dinsdag 28 september 2021

 


6 september Naar Zuid-Limburg

Eindelijk heb ik het toch voor elkaar: vijf dagen fietsen door het heuvelland. Ik heb een B&B gevonden waar ik vier nachten kan slapen, met ontbijt. En dat kan vlakbij Epen, waar ik vroeger steeds heen ging. Maar die B&B is ermee gestopt. 

Volgende punt is: hoe kom ik daar. Fiets mee in de trein ? Dan moet er gereserveerd worden en ik weet niet of dat lukt, als ik de overnachting boek. Het blijft een gok. Maar uiteindelijk komt het allemaal goed. Gereserveerd heen op maandag en terug op vrijdag, want in de trein krijg ik de bevestiging van de reservering voor vrijdag.

6 september. Naar Sittard
Na een gezellige reis met in de stoptrein een bekende, zodat de reis vlot gaat, overstappen in Utrecht. Dat gaat zoals altijd. Er is tijd genoeg om van het ene eind van het station naar het andere te komen. Bovendien heb ik geluk. De trein die aankomt, wordt losgekoppeld en het achterste deel is dan leeg en gaat naar Maastricht. Zo stap ik in een lege trein. Er komt nog een fietser in. Maar er is ruimte genoeg.
Het volgende station gaat die er weer uit. Pas in Eindhoven komt er weer iemand bij. Een eerstejaars studente met een fiets van de kringloop om in Maastricht een fiets te hebben. Ze noemt het een oud barrel. Maar het ding ziet er mooi matzwart uit en heeft een leren genaaide kettingkast. Volgens mij een bijzonder exemplaar. Ze is heel verbaast dat ik meer dan 30 km ga fietsen en met allemaal tassen. Ik vertel van enkele tochten die ik heb gemaakt. Ze heeft nog nooit  met iemand gepraat die fietsvakanties doet. Ze is er heel verbaast over en vindt het interessant. Bij Sittard nemen we afscheid en ik stap uit.

Na de lift neer en op kan ik niet door het poortje. Een meneer naast me gaat door het poortje en wacht vlak voor het poortje ernaast op zijn vrouw, die achter hem aan komt. En ik ga nu net door het poortje ernaast. Dus vraag ik of ik er langs mag. O, pardon. Vervolgens koop ik bij de AH koffie en een croissant. Zo heb ik te drinken bij mijn meegebrachte boterhammen. Er zijn daar geen banken op het plein bij het station, dus is een muurtje de zitplaats voor heel wat reizigers. Als mijn eten naar binnen is gewerkt stap ik op de fiets naar de AH even verderop. Daar haal ik eten voor vanavond. Ik heb met mezelf afgesproken, dat ik de eerste dag zelf koud eten koop en dan de volgende dag uit eten ga enzovoort, om en om.
En dan begint de tocht naar Mechelen. Als ik geluk heb, kan ik in Klein Haasdal bij het dorpshuis lekkere taart met koffie kopen. Maar het is maandag en het is gesloten. Dan maar doorrijden. Ik kom in Valkenburg. Hier is alles wel open. En er lopen heel veel mensen. De meeste terrassen zijn geopend. Enkele dichtbij de Geul zijn niet open. 
Zoals een vorige keer stap ik af bij Brownie en Downie. Hier verkopen ze veel soorten brownies, die me veel te zoet lijken en ook zelfgemaakte appeltaart. Het personeel is gedeeltelijk met een verstandelijke beperking. Ik vind dat een belangrijke reden om hier af te meren. Wat ik krijg voorgeschoteld is heerlijk en van prima kwaliteit. En de bediening is zo mooi gedaan.
Na deze rustpauze ga ik weer verder. Dat betekent de stad uit langs de Geul. De weg wordt een zandpad en die is hier en daar behoorlijk beschadigd door de overstroming. Ook zijn er bomen verdwenen. Bij de witte brug naar Kasteel Schaloen staan hekken. Je mag wel over de brug, maar niet rechtdoor wandelen. De rivier heeft de grond onder de bomen en het pad weggespoeld, zodat de hele zaak, pad en bomen kan instorten. 
Maar ook de zandweg naar het kasteel is ernstig vernield. Aan beide kanten is een smalle strook waar je kunt fietsen. Het midden is een puinzooi. Gelukkig is het verderop weer verhard en fietst het naar de weg toe. Hier oversteken en dan het leempad verder naar het Gerendal. Zo volg ik de knooppunten en kom door Wijlre en Gulpen. Dan niet richting Partij, maar achterlangs de LF6. Zo kom je bij de zijweg naar de Gulperberg. Even op en neer en daar is een bankje. Ik eet een banaan en drink mijn koffie. 
Nog een klein eindje naar Mechelen waar mijn overnachtingsadres is. Het is de eerste keer dat ik daar heen ga. Best wel spannend.  Omdat ik in deze buurt bekend ben, weet ik waar ik moet zijn. 

Ik bel aan, twee keer maar er gebeurt niets. Dan komt er een man tevoorschijn bij de achterkant van het huis. Daar kan ik er in. Ik word hartelijk ontvangen. En er zitten nog twee mensen, die ook net zijn gearriveerd. Het wordt een leuke ontmoeting met twee mensen, die familie van mij als buren hebben gehad. Ook het echtpaar van de B&B zijn heel hartelijk. Uitgelegd wordt hoe alles gaat. De kamer is prima, de tijd voor het ontbijt kan ik zelf bepalen. Het staat klaar op het moment dat ik het heb afgesproken.
Als ik mijn tassen heb uitgepakt, ga ik weer weg om een plekje te zoeken om mijn gekochte etenswaren op te eten. Ik rijd de Bommerigerweg uit, dan rechtsaf naar Epen. Ik kijk even bij het voormalige wandelhotel, mijn vroegere overnachtingsplek en dan door het dorp richting Mechelen. Hier moet ergens een picknicktafel zijn. Het is iets verder dan ik dacht.
Lekker in de zon op de rug eet ik mijn maaltijd. Ondertussen is er een man bezig met het opblazen van een skippybal. Die brengt hij naar de paarden in de wei achter me. Zou hij echt denken, dat de dieren met die bal gaan spelen? Het ene paard ruikt er even aan. De andere let er niet op. Beiden gaan door met grazen. De man blijft er een hele tijd. Maar de paarden storen zich niet aan de gele bal. De man gaat weer weg en laat de bal in de wei. Ik heb mijn eten op en ga terug naar de B&B, en vermaak me op mijn kamer met puzzelen, krant lezen en bekijken wat ik morgen ga doen.

7 september
Na een eerste nacht in een vreemde omgeving is de nachtrust wat kort. Ik ben laat in slaap gevallen en vroeg weer wakker. Om half negen heb ik ontbijt besteld. Op die tijd ben ik aangekleed en ga naar beneden, naar de gastenkamer. Daar staat voor mij de tafel gedekt en voorzien van brood, ei ,zoet broodbeleg, kaas en vlees, en een bakje kwark. En de bestelde koffie en thee. Het is gewoon perfect. Bovendien kan ik heet water in mijn thermosfles krijgen. Tegen negen uur komen de andere gasten ook eten. Als ik klaar ben, ga ik naar boven om me klaar te maken voor de eerste fietsdag.

Dat wordt een rit van 63 km. Tenminste dat staat in mijn Garmin. De tocht gaat dichtbij door Mechelen. Ik kan er zo heen fietsen. Want de echte start is in 's Gravenvoeren.
Eerst volg ik de LF6 tot in Holset. Daar is al een pittig klimmetje. Bij een restaurant staat een groepje mensen en een dame verderop staat dwars over de weg. Ik zeg er wat van : sorry en ze gaat aan de kant. Toch raar om in een afdaling midden op de weg te wachten op de anderen.

Kronkelend  fiets ik  verder naar Wolfshaag. Hier ga ik linksaf  richting de Vaalserberg en het Drielandenpunt. Dat is elke keer weer een forse klim van enkele kilometers naar de top.
Gelukkig is er dan een bankje met een mooi uitzicht. Tevoren zijn er enkele uitspanningen om te eten en te drinken. Met een groep fietsers is het handiger en veiliger om bij Wolfshaag  rechtsaf te gaan, meteen naar Gemmenich. 
Het bankje is bezet. Ik stop er toch en maak een paar foto's. Ondertussen pakken de zittenden in hun spullen in de rugzak en vertrekken. Nu is het mijn beurt. Iets eten en drinken en dan komt het volgende stel, dat er graag wil zitten. Ik ben al bezig op te stappen. Ze maken een praatje met me over de fiets en wat ik aan het doen ben. 
Dan zeil ik de berg af met een aantal haarspeldbochten. Er is behoorlijk wat verkeer, Vooral fietsers met e-bikes en enkele wielrenners. Een wielrenner verbeeldt zich een racer te zijn en rijdt ondanks alle verkeer midden op de weg. Na de haarspeldbochten komt een rechte afdaling met een geschaafd stuk asfalt. Hup omlaag en voordat ik het zie al weer knal omhoog, zonder een waarschuwing. wel gevaarlijk. 
In Gemmenich volg ik de Rue des Ecoles en dan opeens linksaf een fietspad op. Het heet Ligne 39. Als ik bij Wolfshaag rechtdoor ga, kan ik rechtsaf vanaf het begin dit pad volgen. Dat is voor de volgende keer.
Vanaf hier volg ik het fietspad over een oude spoorbaan. Aan het eind rechtsaf naar Plombières. Gewoon de bordjes volgen en je komt verder op weer op de spoorbaan. Nu met de aanduiding Linge 38. Als je die blijft volgen, kom je uiteindelijk in Luik. Dat ga ik nu niet doen.  



In Aubel, waar even van de route afgaan en een terrasje bezoeken ook leuk is, verlaat ik Ligne 38 en volg mijn route naar de Abdij Val Dieu. Deze weg buiten het stadje ziet er anders uit dan voorgaande jaren. De weg is breder en er is geen fiets/wandelpad meer. Die was voor fietsers niet geschikt. Zo kom ik bij de abdij. Hier is altijd volk en je kunt er eten en drinken of iets kopen in de winkel. En natuurlijk de kerk bezoeken. Deze keer doe ik geen van alle.
Na de brug rechtsaf is een geschikte plek voor de lunch.

Daarna verder langs de Berwinne.
Een eind verder scherp naar rechts richting Neufchâteau. Dit gaat even omhoog, maar ook altijd weer omlaag. Door Warange met  zijn rode baksteen huizen. Over het spoor  en ik kom in 's Gravenvoeren. Hier ga ik om het kasteel heen met een lastige klim. Voor de volgende keer gaat die eruit. Het is een onnodige omweg, terwijl langs de hoofdstraat je er ook komt. Ik om  de buurtschap Vitschen.  De knooppuntenroute gaat naar rechts, maar ik heb bedacht links te gaan. Daar staat een hek en een bord met de melding, dat het dood loopt. Een wandelaar vertelt dat fietsers en wandelaars er wel langs kunnen. Het gaat langs het landgoed Altembrouck. Een groot wit gebouw in een idyllisch landschap.
Een eind verder is inderdaad een versperring, die zo is aangelegd, dat fietsers er wel langs mogen. Dat staat ook vermeld. Eerst vraag ik me af waarom dat is. Maar veel verder en steeds licht klimmend blijkt het talud met de begroeiing ingestort te zijn. Auto's en zwaarder verkeer dan een fietser en een wandelaar kunnen hier niet langs. Vanaf de Nederlandse kant staan er geen borden, maar wel hekken, waar je maar net omheen kunt. Aan het eind naar rechts en dan tot de weg  naar Mheer -Noorbeek. Bij camping de Grensheuvel steek ik over. Mijn route geeft aan hier rechtdoor te gaan. Er is geen echte weg of fietspad. Een enigszins grassig zandpad.  Ik ga er toch in, voor het avontuur. Het pad wordt een gewoon stevige kleiweg. Af een toe een opgedroogde plas. Het lijkt blubber, maar het is wel hard. Er komt een wandelaar aan met een hond. Ik vraag of dit pad zo doorgaat met die opgedroogde plassen. Het antwoord ik bevestigd. Het pad gaat door en dit is de laatste plas. Die is helaas niet zoals de vorige. Deze is nat en ik zak in de modder. Met redelijk vieze schoenen ga ik verder. Ik kruis een asfaltweg en ga verder over het karrenspoor.  Dit deel ga ik dus de volgende keer anders doen. Het is geen weg om met een groep mensen langs te gaan. Waar ik de asfaltweg kruis dus naar links en dan kp81 en kp 83.Eindelijk kom ik weer op een verharde weg en bij een kapelletje drink ik mijn koffie met een stuk koek. Verderop langs Terlinden naar knooppunt 83. Dan over het fietspad langs de hopvelden naar Euverum. Hier houd ik me niet aan mijn gps-route. Ik ga rechtsaf en volg de knooppunten naar 85. Hier ga ik rechtdoor, Tramweg en kom op het plein met de waterstroom in Gulpen. In de stroom spoel ik mijn schoenen wat schoon. Bovenaan langs de weg naar het busstation. Rechtsaf en in de bocht naar links met een flinke klim naar Mechelen. Na twee klimmetjes naar beneden. Dan kruis ik de afdaling van de Gulperberg en houd rechts aan. Er komen nog enkele korte klimmetjes met evenveel afdalingen. Aan het eind van de verharding verder over het onverharde en ik kom weer in Mechelen. Naar mijn overnachtingsplek. Hier zet ik mijn fietstassen op de kamer en dan nog wat rondrijden, zodat ik niet te vroeg bij het restaurant Buitenlust aankom. Hier heb ik een tafel gereserveerd voor het avondeten. 
Als ik daar eenmaal zit, merk ik dat ik wel erg moe ben geworden. Zo'n eerste dag met veel klimmen hakt er wel in. Maar ik geniet van het mooie weer deze dag en het prachtige uitzicht vanaf mijn stoel op het terras. Ik heb hier uitzicht op het omliggende land.

Maar ook op de aankomende gasten. Ze krijgen steeds de vraag of ze geresveerd hebben. Wie dat niet heeft gedaan, kan rechtsomkeert gaan. Gelukkig heb ik dat wel gedaan en mag komen eten. En natuurlijk van het drie gangen diner. Ik begin met een flesje Leffe 0/0/ . En dan de soep. Heerlijke vers gemaakte tomatensoep. De volgende morgen reageert mijn darmstelsel met afkeuring. Dan iets met kip met friet erbij en rauwkost groente. Tot besluit ijs. Dat laat ik later komen, want ik ben nog te moe om weer te vertrekken. Ze kunnen er lekker koken. Verzadigd en uitgerust keer ik terug naar mijn kamer. En dat gaat veel sneller dan de weg naar het restaurant. Want dat is steeds een hele klim van 7 %. Terug roetsj  je zo naar beneden. Met een zwaai de Bommerigerweg weer omhoog en dan heb ik net genoeg vaart om boven te komen. Dat kunstje herhaal ik nog twee keer en dan ben ik afdalend weer terug bij mijn slaapplek. Het einde van een heerlijke dag met de rit naar het restaurant meegerekend is het 73 km vandaag. Een reden om daarna lekker lang te slapen. Morgen is het ontbijt besteld om 9 uur, dus eerst slaaptijd genoeg. Morgen weer een nieuwe dag voor weer een nieuwe tocht.


8 september
Vanmorgen is het ontbijt om negen uur, tegelijk  met de andere twee gasten. Dat is wel zo gezellig dan alleen zitten eten. Het ontbijt is hetzelfde als gisteren. Het blijkt dat je een lunchpakket kunt maken met de broodjes uit de mand. Dan is het niet zoveel als wanneer ik twee bolletjes en vier sneetjes opeet. Bovendien is het toegestaan om fruit mee te nemen. En het bakje kwark en de jus is er ook weer. Bovendien is er thee en koffie. Heerlijk.
Ondertussen is het buiten prachtig weer. Dus alle reden om op pad te gaan. Vandaag ga ik een ris maken, die ik eens gemaakt heb vanaf een vakantiewoning aan de Hurpescherweg Daar ga ik dus eerst heen via de Bommerigerweg. Dat is prettig om in te fietsen, een beetje omhoog en een beetje omlaag.

Die Hurpescherweg is een snelle afdaling naar de Geul. Maar als ik die over ben, is het snel gedaan met de snelheid. Richting Epen gaat is geducht omhoog. En in het dorp rechtsaf, de Julianastraat in is een nog veel steilere en langere klim, meestal 6%. Pas na Eperheide gaat het weer omlaag, de Loorberg af naar Slenaken. Daar zie ik in de afdaling, dat ze iets aanleggen om wateroverlast tegen te gaan. Dat kan geen kwaad met de overstromingen van de afgelopen tijd.

Maar als je in dit landje beneden bent, moet je ook weer omhoog, Na een wit hotel linksaf. De bekende klim. Het is nog vroeg op de dag. Ik ben benieuwd of ik de klim al voor elkaar kan krijgen. Bij 9% is de vaart eruit. Mensen met een e-bike rijden me voorbij. Dat is niet echt fietsen, vind ik. Ik loop verder en de teller geeft op het steilste punt 13% aan. Toch heb ik dat ook wel eens gefietst. Misschien later op de dag nog. Een schrale troost: er lopen jongens met omafietsen of wat er op lijkt en zij kunnen ook niet fietsen op deze helling. Ik ga ze fietsend voorbij met de opmerking: wat een gezwoeg hè.
Na gestaag verder klimmen kom ik op het hoogste punt: Hoogcruts. Hier ga ik rechtdoor naar Banholt. En daar ook rechtdoor langs de kerk en de eeuwige meiboom. Tot mijn verbazing kom ik van een andere kant in Mheer tegenover de kerk, dan ik verwacht. Hier is een terras, er zitten mensen en vorig jaar zomer ben ik hier ook geweest. Toen hadden ze geen terras, maar wel goede koffie en gebak.
Ik ga zitten en bestel dus koffie met kruisbessenvlaai. Goede keuze.

Weer verder. Naar Libeek. Hier wijk ik even van mijn geplande route af. Tussen Eijsden en St.Geertruid is  een fietspad gekomen. Die wil ik zien. Dus ga ik naar Moerslag en kom op het fietspad. Maar dat stopt al snel. Langs de weg over een fietsstrook naar St.Geertruid. Daar door het dorp en dan naar linksaf naar een nieuw knooppunt, 106.
Via Eckelrade naar Cadier en Keer. En dat zul je weten. Op een bord wordt gewaarschuwd: 15%. Mijn teller geeft 13% aan en ik fiets nog. Maar het gaat daarna met een ijselijke vaart weer naar beneden. 
In Cadier en Keer ( waarom toch die twee woorden) links langs de grote weg met uitzicht op de Maasvallei met Maastricht in de verte. Daar ga ik niet heen. Ik blijf boven op het Plateau van Margraten, zoals dat heet.

Bij St. Antoniusbank linksaf en door het dorp naar beneden naar Bemelen. En dat gaat nog verder omlaag met een haarspeltbocht. Ik voel me een daler in een wegrace, heerlijk.
Als ik beneden ben, is Maastricht links en ik ga rechts naar Berg en Terblijt. (ook weer twee namen).
Op de kaart ga ik niet verder dan Berg. Er door en dan afdalen naar Geulhem, maar dan is het weer klimmen. Vlak rijd ik naar Houten- St. Gerlach. Hier bij de kerk links, over een grotere weg en even verder weer rechts het park in bij het kasteel/landhuis. In het park gaat de route links, door een klaphekje of over een veerooster. Dan ben ik in een natuurgebied, waar koeien leven. Ze gebruiken de weg als toilet. Blijft je gras schoon en kun je ervan eten. Verderop weer zo'n hek. Ondertussen kijk je tegen de hellingen aan met de bebouwing van de plaatsen, die daar liggen.

Na een aantal bochten kom ik bij het witte bruggetje over de Geul. Hier is weer duidelijk te zien, dat het water erg hoog heeft gestaan. De reling van de brug zit vol met plantenresten, die in het water tegen de reling zijn gebotst en er aan zijn blijven zitten. Gigantisch hoe hoog het water is geweest.
Ik fiets verder en kom in Valkenburg. Hier net als maandag dwars door het centrum met een bezoek aan de supermarkt voor mijn avondeten. Deze keer eet ik weer van mezelf.
Dan verder langs de Geul, langs een hotel, dat nog te drogen staat, net als het VVV-kantoor. Je hoort de droogmachines.
Verder met wat bochten naar de weg richting Schaloen, zoals op maandag. Nu is de plas weg en een grote tak is ook weggehaald. Weer over de brug naar het kasteel en verder. Het valt me op, dat de weg in het midden totaal vernield is door het water. Aan beide kanten kun je net fietsen. Voorbij de heemtuin, oversteken en door de velden weer verder naar Naar Schin op Geul.


Hier is de weg versmald. een huis op de helling dreigt naar beneden te schuiven en wordt door grote zakken zand en stenen gestut. Daarna volgen Wijlre en Gulpen.
In Wijlre zijn de knooppunten veranderd. De route gaat door het dorp en langs de hoofdweg naar Gulpen. De steile afdaling naar de Geul en naar Stokhem is uit de route gehaald. Dat is voor de wandelaars wel zo rustig. En het paadje is voor fietsers en wandelaars veel te smal.
In Wijlre ga ik rechtdoor, door het dorp en dan verder naar Wahlwiller. Hier de weg oversteken om door dit dorp te gaan. Als je het dorp uitrijdt, is er een mooi wegje evenwijdig aan de hoofdweg naar Vaals.
En er is een bankje om even koffie te drinken en uit te rusten. Ik neem er de tijd voor en neem m'n puzzelboekje ter hand. Bij het inrijden van deze weg staat er een bord en een hek, dat je er niet in mag. Dat staat er anders niet en een fietser kan er vast wel langs. Bovendien komen er fietsers van de andere kant, dus kun je er langs, is mijn redenering.
Terwijl ik op het bankje uitrust, is het een komen en gaan van wandelaars en fietsers. Ze keren allemaal om. Er staan verderop werkmannen in oranje pakken, die de mensen terugsturen. En er zit een lint over de weg.
Als het vijf uur is, stoppen de heren met hun werk. De auto's rijden terug naar Wahlwiller en de volgende fietsers fietsen verder. Dus je kunt er wel langs. 
Ik ben uitgerust en ga er ook heen. Het is nog een behoorlijke worsteling om onder dat lint door te komen. Het zit heel erg strak. En het laten knappen is niet zo netjes. En dan zie ik het probleem. Ze gaan morgen de weg opnieuw asfalteren en hebben alvast wat teer aangebracht. Om niet in de kleefboel terecht te komen, moet je wel heel erg over de randen van de weg door het gras en nog schoon zand.
Uiteindelijk lukt dat, maar dan kun je er nog niet uit. Aan de andere kant is de boel ook heel erg afgesloten. dan nog maar eens worstelen met de linten. Ik ben er toch uitgekomen, net als de andere fietsers. Achteraf zit er wel teer aan mijn schoenzolen. Gelukkig kleeft het niet. Zoiets ga ik toch maar niet weer doen.
Eigenlijk gaat mijn route nog naar Vaals en dan naar Mechelen

. Maar daar heb ik geen zin meer in. Het is al bijna half zes. Bij de rotonde naar Vijlen ga ik maar in die richting en dan met klimmen en dalen terug naar mijn logeeradres. Even wat uitrusten, fietstassen uitpakken en alleen het avondeten meenemen. 
Ik ga weer op pad. Naar dezelfde picknicktafel als maandag. En gelukkig is die weer vrij. De paarden staan nog in de wei. De gele skippybal is er niet meer. Ik eet heerlijk van wat ik gekocht heb en geniet ondertussen van de vredige rust op dit uur van de dag. Het is een heel bijzondere avond. Ik kan er nog niet genoeg van krijgen. De zon en de temperatuur maken, dat het buiten vertoeven niet kan stoppen. Het is zo mooi. Maar dan begint het toch te veel af te koelen en de zon verdwijnt achter de heuvels. Toch maar naar huis. Mijn logeeerplek in Mechelen. Zo komt er een eind aan een heerlijke fietsdag in het Zuid-Limburgse land. Morgen nog zo'n dag. op mijn kamer ga ik bedenken wat er dan gefietst gaat worden. Welterusten.

9 september
Evenals gisteren heb ik het ontbijt besteld om negen uur, gelijk met de andere gasten. Dat is gezellig. Zij zijn er vandaag voor het laatst. Morgen zit ik waarschijnlijk alleen. Het eten is weer net zo goed verzorgd als de vorige dagen. Er is voldoende om een lunchpakketje te maken. 
Ook is het weer opnieuw geweldig. Nog mooier dan gisteren. 
Deze dag ga ik anders fietsen dan de vorige dagen. Steeds reed ik een route die ik vooraf had gemaakt. Maar vandaag doe ik het andersom. Ik fiets en neem de route op. 
Allereerst is het de bedoeling om te ontdekken hoe lang het rijden is naar het station Maastricht. Daartoe rijd ik eerst naar Partij. Steeds over de verharde weg is mijn bedoeling. In Gulpen ga ik de LF6 volgen. Dat geeft een stevige klim om uit het stadje te komen. Eenmaal boven is het lekker doorfietsen. Even lijkt het te gaan regenen, maar dat is nep. Via de gebruikelijke wegen en fietspaden kom ik in Bemelen. Dan de spannende afdaling met de haarspeldbochten, net als gisteren. Nu volg ik de weg tot het station. Ik vergeet natuurlijk om mijn horloge te kijken. Dus precies weet ik de tijd niet. In ieder geval ongeveer een uur en een kwartier. Neem er anderhalf uur voor en het is goed.
Op het station koop ik koffie en op de bank ervoor eet ik het op samen met de koek van gisteren. Toen heb ik twee heerlijke gebakjes gekocht. Na deze smulpartij ga ik richting de Maas. De stad heet hier Wijk. En vlak voor de brug ga ik links. Tussen de wandelaars door manoeuvrerend kom ik in de buurt van het museum en dan gaat het verder langs de rivier, tot dat niet meer kan. De weg volgen tot Oost-Maarland. Dan gaat het over een rustige weg naar Eijsden. 


Hier is de knooppunten route veranderd. Ik rijd toch maar zo als ik dat wil. En kom langs het kasteel, en dan België in. Vroeger kon je hier nauwelijks fietsen vanwege het vele verkeer. Nu is er een fietspad en knooppunten aanwijzingen. Zo kom ik in Moelingen en dan naar Withaar. Je rijdt zo van het ene land in het andere en terug. 
Als ik Mesch uit ben vind ik langs de fietsroute een picknickbank met een mooi uitzicht. Het is niet meer zonnig, maar wel een lekkere temperatuur. Een goede plek om te lunchen. Ik doe het rustig aan. Af en toe komen er grijze golf lieden op e-bikes voorbij. Meestal met veel vaart. Zou je dan iets zien van de omgeving, 
Na de lunch kom ik bij s-Gravenvoeren. Hier ga ik links en even verder weer rechts. Zo kom ik op mijn favoriete route. Het is redelijk vlak en een mooi uitzicht op de heuvels die België scheiden van Limburg. Langs het kapelletje met de muziek, die start als je erin gaat. 
Dan door St.Martens-Voeren. Even maar. 
Wat volgt is een mooi stukje route met een prachtig landschap. Een nadeel is, dat er nogal geklommen moet worden. Anders was het landschap ook niet zo mooi. Het licht valt prachtig over het land.Hier gaat het dus die heuvelrug op. Eenmaal boven gaat het naar De Plank. En dan weer het land van de zuiderburen in naar Teuven. Hier drink ik mijn kopje koffie van deze middag. Ik ga uit eten, dus geen terrasbezoek. Na Teuven gaat het dan echt met haarspeldbochten omhoog over de heuvel heen om weer aan de Nederlandse kant te komen. Een dalende wielrenner komt bijna in de struiken terecht. Veel te snel afdalen is niet verstandig.
Eenmaal boven gaat even verder het bos open en zie ik Kasteel Beusdael. Het vertrouwde bankje laat mij even rusten. Enkele foto's en dan omlaag naar het kasteel en weer omhoog naar het eerste deel van Sippenaeken. Hier al snel linksaf de Kuttingerweg in. Er staat dat het nog niet mag, maar de werktijd is over en de reparatie van de weg is al klaar.  Bovenaan in de bocht zijn picknicktafels en ik eet nog wat.
Dan verder. een groepje mensen op e-bikes halen me in en willen aan het eind dwars door wegwerkzaamheden. Zo te zien kun je er echt niet door. Ik geef ze de tip, om even terug in de bocht de onverharde weg te nemen. Dat doen ze gelukkig. En ik ook. Zo komen we allemaal weer in Epen.
Ik rijd naar mijn slaaphuis. Wissel mijn tassen en ga weer op weg. Nu naar het Chinese restaurant in Mechelen. op weg erheen roept iemand : he daar heb je die meneer weer, o sorry, Het is de man van het stel dat na mij op de Vaalserberg op het bankje gaat zitten en een praatje maakte over de fiets.
Ondertussen ziet de lucht wat dreigend uit. Zou er toch de aangekondigde bui komen? Honderd meter verder is het Chinese restaurant.
Ik word op de gebruikelijke manier verwelkomd: Hallo, alles gooeed? Aardige mensen. Ik eet er weer lekker. Het is natuurlijk geen vijf sterren Chinees, maar in zijn soort toch een plek om lekker te eten.
De regen blijft uit en ik kan droog weer terug, De avond verdoe ik met een flesje bier en een kopje thee (volgorde andersom) 
Voor het slapen gaan zorg ik dat de meeste dingen zijn ingepakt. Want morgen wil ik snel weg. Dan ben ik voor de regen in Maastricht bij de trein. Ook mijn elektronica opgeladen. Dan nog eens het weer controleren. Inderdaad staat er nog steeds, dat het om twaalf uur gaat regenen in Maastricht. En dat is de tijd, waarop de trein vertrekt. Dus goed gepland.  Welterusten.

10 september.
Ik ben mooi op tijd wakker. Douchen, aankleden, de rest inpakken. Dan kan ik, na het ontbijt om half negen, meteen vertrekken. Gisteren heb ik al betaald. Nog een beetje lunchpakket maken. En dan afscheid nemen en twintig over negen zit ik al op de fiets, die ik voor het ontbijt al buiten klaar heb gezet. 
Er is alleen een lelijke tegenvaller. De weerberichten laten het nu om tien uur al flink regenen. Dus nog sneller weg dan snel.  
Ik rijd langs de grote weg over het fietspad. Zo kan ik snel zo rechtdoor mogelijk en zonder veel bochten en kronkels en klimwerk bij het station aankomen. 
Helaas regent het bij Margraten al zo erg, dat de regenkleren aan gaan. Dat fietst wat klef, maar het regent flink. En dan maak ik een fout. Ik wijk af van mijn plan om de grote weg naar Maastricht te volgen. Ik ga schuin binnendoor. Dat lijkt korter en ik ben meteen op de fietsweg naar het station, de bekende weg. Maar hier is het wel op en neer en heel veel water op de weg. De fietsstroken staan blank en de auto's spatten er enorm doorheen. En ik moet ook door het water rijden. Het gevolg is, dat het water met emmers vol tegen mijn benen en in mijn schoenen terecht komen. Als ik op het fietspad wat gebleven, was ik veel droger gebleven.
Bij het station aangekomen, staat het water nog in mijn schoenen, maar het is wel weer droog.
Bovendien, ben ik een uur te vroeg. Ik probeer een trein eerder te reserveren voor mijn fiets. Dat lukt. Dus kan ik mee. Dan snel mijn schoenen uit, sokken uitgewrongen. Sandalen en droge sokken tevoorschijn gehaald en zo kan ik tocht droog de trein in.
Een goede plek en ik rijd tot Utrecht. Het weer lijkt droog te blijven tot zeker half vier. Dan kan ik wel haast thuis zijn. Vanaf Utrecht rijd ik een soort fietssnelweg naar Amersfoort. Het is eigenlijk de weg waar je langs ging, toen er nog geen snelwegen waren naar Amersfoort en verder. 
Voorbij het station van Amersfoort verder over de snel-fietsroute naar Nijkerk.  Daar wil ik even rusten en wat te drinken en te eten kopen. Maar de lucht ziet er niet fris uit. Laat ik even de buienradar raadplegen. En jawel hoor: over ruim een uur kan het gaan regenen en dan ben ik nog niet thuis.
Ik eet n een krentenbol, drink water en snel verder.
Zo kom ik tegen half vier bij Putten. Daar gaan de regenkleren weer aan. En zo kom ik toch nog nat thuis. Maar niet zo erg als vanmorgen.
ZEn dat is het einde van een heerlijke fietsweek met schitterend weer en een natte douche aan het eind. Thuis de boel uitpakken, opruimen, wassen en opdrogen. En dan  lekker uitrusten met het idee : over een poosje doe ik het nog eens. Als het goed herfst is. Want dan zijn de kleuren in het Limburgse zuiden ook zo heel erg mooi. 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten