vrijdag 11 oktober 2013

De Groene Weg naar de Middellandse Zee

Andere fietsverhalen kun je lezen in:www.johansfietsreizen.blogspot.com
 Kerk van Jalhay, België

Zaterdag 3 augustus 2013

Ik stap op mijn fiets voor een drie weken durende fietstocht naar de Middellandse Zee.
Kort gezegd:
de Groene Weg.
Hoe zal dat zijn: drie weken alleen op weg? Voorgaande jaren had ik er na twee weken helemaal genoeg van. Ik ging dan steeds naar huis met het idee: dit is de laatste keer. Nu doe ik het niet meer.
Maar elke keer ga ik toch weer, want het blijft kriebelen. Deze keer is het anders. Ik heb meer zin en beleef het als een uitdaging om zonder gezeur met plezier drie weken vol te houden. Dus... 
Het heeft die nacht gedreigd met onweer en regen, maar het is allemaal nogal meegevallen. Het warme weer van de vorige dag is gelukkig even weg en er is nog bewolking. Maar de zon komt er al snel weer bij en de temperatuur stijgt weer naar een prettig niveau. Ik doorkruis de Voerstreek en het land van Herve om langs de Amblève te kunnen rijden. De eerste stop is bij de kerk van Jalhay, België. In het begin van de middag arriveer ik bij de bankjes bij deze kerk. ( zie foto). Bankjes lokken me altijd voor een rustpauze. Er staan geen auto's geparkeerd, want er staat een bord, die dat verbiedt i.v.m. een trouwerij. Die trouwpartij is al geweest en de kerk is al dicht, helaas. Op dit plein heeft men plantenbakken en beplanting aangelegd, zodat het aanlokkelijk is om hier te verpozen.
Omdat het in de zon te warm is, installeer ik me op het muurtje langs de weg en de kerk, Heerlijk in de schaduw. Na de lunch ga ik naar de supermarkt, heel klein op het eerste gezicht, maar achter het winkeltje is nog veel meer ruimte wat het tot een echte super maakt. Ik koop er mijn avondeten, want bij de camping zal geen winkel zijn.
Na deze uitgebreide pauze gaat de reis weer verder.
Over de kerk valt nog te melden, dat er voorzetramen voor zitten, zodat de echte ramen niet stuk worden gegooid. Het gebouw ziet er niet oud uit, maar de toren is wel een oude knaap. En er is een merkwaardige overkapping links op de foto , tegen de muur van de kerk naast de ingang, die weer in de toren is geplaatst.

De tocht gaat verder en wordt zwaar. Na Spa wordt het een langzame heftige beklimming met een geweldig uitzicht in de buurt van La Gleize als beloning. Om niet te erg ontmoedigd te raken van het zware klimmen en om het vol te kunnen houden tot de top, heb ik en trucje bedacht: ik ga de tafels van vermenigvuldiging opzeggen. Eerst tot tien en dan verder. Dat heb ik de hele reis volgehouden. Optelreeksen maken. Zonder dat je er erg in hebt, kom je boven. Opeens realiseer ik me dan, dat ik ermee kan stoppen. Ik ben al boven.
Hier, bij La Gleize,  heb ik maar even een rustmoment ingelast, want de reis van deze dag is nog niet ten einde. Er komen nog een paar beklimmingen alvorens de camping opdoemt. De heuvels op de achtergrond zijn eerst bedwongen voordat bovenstaande foto gemaakt kon worden.
De snelheidsaanduiding is vast voor mensen die deze kant opgaan. Want mijn richting is tegengesteld en dat stijgt alleen maar. Die nacht slaap ik op een camping aan de rivier de Lienne, camping Les Salins
Lierneux?

4 augustus 2013

Het loopt tegen elven als ik Lierneux nader. Hier is een winkel waar ik op deze zondag mijn eten kan kopen. Want een kampeerder op de fiets kan weinig eten meenemen en uit eten gaan is alleen niet zo veel aan. Bovendien vind ik eten koken een prettige bezigheid als ik kampeer, want alleen heb je niet zoveel te doen. Ik koop in dit dorp dus eten voor de avond en lekkere broodjes voor direct. Na wat zoeken, zie ik een bankje en heet water voor de koffie heb ik altijd bij me. Dus dat wordt een picknick langs de kant van de weg. Voorbijgangers kijken en groeten en zijn vaak enthousiast als ze mijn beladen fiets zien. Waarschijnlijk zijn ze wel gewend aan voorbij trekkende fietskampeerders. Want de Groene Weg wordt veel befietst.

5 augustus 2013

Ondertussen heb ik België verlaten en ben Luxemburg binnen gereden. Wiltz was de overnachtingsplaats en daarna kwam ik langs deze merkwaardige, vierkante watertoren. Het ding staat heel hoog en dat  geeft weer een fraai vergezicht. Menig automobilist stopte hier ook even. Net als ik. Wat kan de wereld toch mooi zijn, zelfs als mensen het hebben aangelegd. Als de watertoren op zo'n hoge plek staat, zul je wel een geweldige waterdruk hebben. Kraan open en spuiten maar, want zo warm is het wel.
De Sûre, met camping. Ooit  op onze eerste fietsvakantie buiten Nederland hebben we op deze camping gestaan. Nu rijd ik aan de overkant voorbij. Door het dal van de Sûre rijdt het heerlijk verder. Deze dag rijd ik tot Alzingen. Op deze camping zijn een heel stel fietsers, die er komen overnachten. Ook de jongeman die vanaf de Sûre af en toe een eind meefietst . Best wel gezellig dat er meer fietsers zijn.
 Nog eens een wijds uitzicht, het is ergens in Noord-Frankrijk.
 Dan komt de langste fietsdag. Het is begonnen op de dinsdag, 6 augustus. De avond tevoren heb ik met mijn zoon, schoondochter en de kleinkinderen gedineerd in Thionville. We stonden samen op een camping bij Volstroff. Van die plaats tot de volgende camping is achteraf met een aantal zoekkilometers de langste rit met 95 km op de teller.
Tegen zessen kom ik in Chateau Salin. Het is niet duidelijk of hier nu wel of niet een camping is. Op internet leek het of het wel zo is. Maar volgens mijn routeboekje moet die gesloten zijn. Op de borden langs de weg staat de camping wel aangegeven. Toch maar even controleren. Helaas, het is niet zo. Dus nog verder fietsen naar Vic-sur-Seilles. In de routegids staat een aanwijzing, hoe je de camping kunt vinden. Dat is vast door iemand bedacht, die er met de auto is geweest. Want er klopt niets van. En dat is akelig als je al bekaf bent.
Je moet het mooie dorp helemaal doorfietsen en de richting op naar de Gendarmerie. Daar vindt je een bord dat je naar de camping brengt. Dat wist ik uiteraard toen nog niet. Maar een vriendelijke oudere dame heeft het me duidelijk uitgelegd. Het was correct.




De camping bestaat uit een groot aantal stacaravans. Ook staan er een aantal gewone caravans. Een kampeerveld zie ik niet. Gelukkig komt de baas eraan, als ik afstap. Ik betaal €7.00 en me wordt gewezen waar ik kan gaan staan. En dat is niet mis. Er zijn twee grote visvijvers, waar de campinggasten ook op varen met waterfietsen. en aan de overkant is een pad met een grote grasstrook. Hier zijn picknicktafels en een heleboel ruimte om mijn tent neer te zetten. Er komt nog een fietskampeerder. Een Belg, die me de volgende morgen op de foto wil zetten. Hem kom ik later nog een paar keer tegen op een camping. De volgende morgen is er de mogelijkheid om brood te kopen op de camping. Er komt een bakkerin, ze heeft van alles bij zich. Als ik aankom, staat er al een lange rij. Eindelijk ben ik aan de beurt en vraag o.a. een pain au chocolat. Ze geeft me een croissant met chocola erin. Ik zeg dat het een croissant au chocolat is. Nee zegt de dame, een pain au chocolat, bent u de bakker?
Ik lach en zeg: nee, dat bent u. Blijkbaar maakt men in dit deel van Frankrijk croissants met chocola en zegt daar pain tegen. Verder naar het zuiden zijn het weer de bekende vierkante bladerdeegbroodjes.
De tocht gaat weer verder en ik kom door Froville. Hier is een mooi oud kerkje waarin elk jaar een muziekfestival is rond Oude Muziek. De koster komt naar me toe en vertelt wat over de kerk.Het is steeds leuk als mensen belangstelling tonen voor mijn gezwoeg over 's Heren wegen. De kerk wordt hooguit een of twee keer per jaar voor een kerkdienst gebruikt. Maar concerten zijn er vele. Op tv heb ik wel eens een concert gezien vanuit deze kerk. Het levert me nu in ieder geval een paar leuke foto's op.
Vanuit de kerkdeur zicht op kerkhof en de straat.


Ontbijt in Charmes
De volgende halte voor de nacht is de camping van Charmes aan de Moezel. De dame bij de receptie haalt me over om de volgende morgen een ontbijt te nemen. Doordat deze camping veel goedkoper is dan de vorige, betaal ik met ontbijt net zoveel als anders zonder. Ik krijg een kan sap, een croissant, een halve baguette, met kaas en jam en een beker chocolademelk. Er wordt gevraagd of het naar mijn zin is. En natuurlijk is het dat. De tip om er een eitje bij te leveren wordt hartelijk ontvangen. Dus zal de volgende ontbijter wel een ei erbij krijgen.

De reis gaat een hele tijd bergop, een gestaag klimmen. En daarbij dus getallenreeksen optellen. Opeens gaat het bos dan open en komt de afdaling met een gigantisch wijds uitzicht.




10 augustus 2013

Vanmorgen om tien uur vertrokken uit Darney. Mijn medefietser is al voor zeven uur  vertrokken. De avond tevoren hebben we gezellig samen onze flessen wijn en rosé soldaat gemaakt. Het is dan vrij snel donker en ieder gaat naar zijn tent. Omdat er geen andere mensen zijn, is het veilig om onze apparatuur aan de stroom op te laden in het toiletgebouw. 's Nachts is het niet droog. Bij het opstaan is het koud en mistig. Zou het vandaag een mooie dag worden of geeft het regen. Het blijft nog een hele tijd nevelig en bewolkt. Met 17 graden voelt het koud aan, als het andere dagen ver boven de 20 is geweest. Ik kom door Attigny. Er is een nieuw dorpshuis met een winkeltje. Je kunt er o.a. taartjes en broodjes kopen. Omdat ik best van iets lekkers houd, koop is er wat van. Dan kom ik bij de brug over de Saône. De rivier de Saône zal me een dag vergezellen, maar dan is het al een grote stroom geworden. Hier is het nog een beekje waar je doorheen kunt lopen. Als je de auto's weglaat, sta je zo in de zeventiende eeuw. 


Twee plaatjes van het dorp Amance. Hoewel er in mijn routegids niets over staat, is het wel een dorp met opvallende gebouwen. Er is een kasteel en een aantal huizen hebben een torentje. Ook staat er een 18de eeuwse kerk. Ondertussen is de zon terug en lijkt alles weer vriendelijk.

De tocht eindigt in Port sur Saône, op een stampvolle camping waar nauwelijks nog plaats is. Voor 5 euro mag ik er gaan staan. En dat is geen geld ook al werkt het sanitair maar matig. Er is in het dorp een folkloristisch festival en dat trekt nogal wat campergasten uit heel Europa. Op deze camping zijn nog twee fietskampeerders. Een man van mijn leeftijd met een soort racefiets en een heel klein tentje. Hij heeft ook geen kookspullen bij zich. Hij maakt een zenuwachtige indruk. En er is een stel met een zoontje. Zij doen een route van Benjaminse en zijn er erg enthousiast over. Maar ik heb hele andere berichten gehoord op de camping in Charmes: kapotte fietsen en zwaar afzien, moeilijk leesbare beschrijving. Maar dit stel vindt het verdwalen bij het avontuur passen.

11 augustus 2013

De volgende dag gaat de rit voor een deel langs de Saône. Het begint met een echt Frans gebeuren. Dadelijk buiten Port sur Saône zitten de heren en dames in een lange rij langs het water de vissen eruit te lokken. Al fietsend zie ik niemand, die beet heeft. Misschien gaat het daar ook wel niet om. Want er zijn ook veel barbecues en picknickmanden. Er wordt uitgebreid gegeten. Al vrij snel kom ik bij deze merkwaardige watergang. In de rivier zit een enorme kronkel. Omstreeks 1857 hebben ze die weggewerkt door een tunnel te graven van de ene naar de andere bocht. De schepen van het formaat "vroeger" passen er door. Kleine pleziervaartuigen kunnen er nog wel door. Als fietser ga je aan de rechterkant omhoog. Boven zie je niets meer van het kanaal. Je steekt een weg over en vervolgt het fietspad. En opeens ben je bij de uitgang van de tunnel en even later
rijd je weer verder langs de Saône. Twee keer stopt de verharding. De ene keer zijn het de oude kinderkopjes van het vroegere jaagpad en aan het eind is het een stuk gravel weg. Maar in 2016 is dit weggewerkt. Het hele pad is verhard.
 De weg langs het water eindigt bij Soing sur Saône.
 Daar ga je over de brug. En op die brug kun je een aantal prachtige plaatjes maken. Er is ook een camping langs het water. Een idylle. Maar het leven van een fietser gaat verder. Alleen even van het uitzicht genieten en dan naar de volgende klim.
De tocht eindigt vandaag in Marnay. Ik heb 70 km afgelegd. Dit is de meeste dagen het geval. Daarom vermeld ik alleen de extremen.

12 augustus 2013

Marnay bereiken betekent, dat ik op de helft van de tocht ben. Hier ga ik van routeboekje wisselen. Ik zie een beetje op tegen de camping. Van een vorige keer weet ik dat het er lawaaierig is en slecht sanitair heeft. Tot mijn verbazing is de hele camping opgeknapt. Prachtig sanitair en mooie plekken. En je kunt er voor een zacht prijsje kleine maaltijden en veel ander lekkers kopen.
Ik zie meer fietsers. Het blijkt een Duits echtpaar te zijn uit Hamburg. Ze hebben belangstelling voor mijn routeboekjes. Enige informatie over de Europafietsers is welkom., zowel voor henzelf als voor vrienden uit Utrecht.
Hier ontmoet ik weer de jongeman met de zware bagage. Hij komt aan als het al donker is en de volgende morgen moet hij eerst zijn tent laten drogen. Die blijkt kletsnat te zijn, omdat hij dat ding steeds nat inpakt. De binnentent is ook doorweekt. Als je voor de eerste keer op pad gaat, moet je nog veel ontdekken. Sommige dingen werken anders, dan je had gehoopt. Op deze camping zie ik ook de alleen gaande man uit Port s.S. weer. Hij heeft te laat gezien dat er een camping is en heeft zijn intrek genomen is het plaatselijke hotel. Hij vraagt of ik zijn fietsshirt heb gevonden. Die is onderweg van zijn fiets gevallen. Nu heeft hij geen tweede shirt meer. Helaas heb ik dat niet en dus zal hij op zoek moeten naar iets anders. Ik heb de man niet meer gezien. Trouwens ben ik blijkbaar zo'n snelle fietser, dat ik alle anderen achter me heb gelaten.

                                                          
Op deze foto zie je een Cirque, Cirque de Ladoye.
Een vreemd gat in de aarde. Ooit een vulkaan geweest.We schrijven

13 augustus 2013    

Op die dag heb ik de camping van Poligny verlaten. Daar waren weer fietsers. Een voormalige garagebaas uit Wijhe en een echtpaar van mijn leeftijd uit Drenthe. De laatsten reden dezelfde route. Gezellige lui, die ik ook op de volgende camping aantrof.
Langs deze kuil in de aarde gaat de tocht verder. Het landschap is hier overigens vrij vlak. Wel zijn er hiervoor de nodige klimmen geweest. Vanaf Poligny gaat het eerst nogal steil omhoog. Eenmaal boven is het dan een poosje ongeveer plat. maar dat duurt maar kort.
Na een lange klim kom deze verrassing. Een wijds dal. De route gaat uiteraard naar beneden door Châtonnay lang de camping daar in de diepte. Met een enorme vaart suis ik naar beneden met een aantal lelijke bochten. Alles gaat goed en ik kan rustig verder fietsen tot de volgende heuvel zich aandient, want het is nergens een lange tijd vlak.
De volgende  bezienswaardigheid is Pont de Poitte. Dit dorp heeft een rivier met een vreemde structuur aan rotsjes in de bodem. Het zijn net potten. Ze hebben de naam: kookpotten van de reuzen.
Na deze lieflijke stroom in een rustig landschap volgt een heftige klim van een paar uur. Van een vorige keer herinner ik me hoe het was: tegenwind, regen en nogal koud. Nu is het droog en eigenlijk wat te warm om prettig omhoog te fietsen. En het is ook geen fietsen. Het is langzaam omhoog stoempen. Hoe bedenk je zoiets, maar aan het eind volgt de beloning.
Het Lac de Vouglans. Een stuwmeer met een merkwaardig groen - blauwe kleur.  Het is de rivier de Ain, ooit een wilde stroom vol gevaren. Getemd door een halfronde muur. Dit systeem wordt enkele malen herhaald tot de rivier weer gewoon rivier mag zijn. Het levert een prachtig landschap op.
 Langs deze stroom gaat het dan bergafwaarts. En om half vier eindigt deze dagrit op een camping in het dorpje Condes. Hier krijg ik op verzoek een mooi plekje aan het water.
Je kunt de vissen zien en er wordt gezwommen. Mooi  schoon helder water. Een fijne plek na een zware dag.
 Het Drentse echtpaar is ook aangekomen. Zij hebben een grote fles plaatselijk bier bij zich en ik word uitgenodigd mee te drinken. Geen slechte zaak. De rest van de dag gaat voorbij met kleren wassen en laten drogen, eten koken en uitrusten. Het is nu

14 augustus 2013

Want morgen is het weer een stevige fietsdag. Met eerst fijn dalen en een beetje stijgen. Maar midden op de dag, als het op z'n heetst is, komt er weer een vette klim.
Krijt en asfaltrotsen. Het is hier erg heet. En de bomen langs de weg geven geen schaduw. Ze zijn of te klein of de zon schijnt van de andere kant. Maar ook dat hoort erbij. Want het gaat allemaal weer over. Er komt altijd weer een moment dat het licht en luchtig gaat.
Deze dag eindigt op een camping in St. Maurice de Gourdans. En dat had nog heel wat voeten in de aarde. Allereerst was de routebeschrijving hier niet juist. Vervolgens zie ik een camping langs de weg, die gesloten is en bewoond wordt door nomaden. Dat zal toch niet de bedoeling zijn? Bij de farmacie hoor ik dat enkele kilometers verder een echte camping is. Het staat aangegeven. Maar voor een vermoeide fietser is het nog een heel eind. De camping is er en er is genoeg plaats. Het is een leuk parkachtig terrein met een groot hek erom. En deze dag had iets wat heel prettig is voor een fietser: er stond een stevige wind in de rug, zodat ik 94 km heb afgelegd en nu toe ben aan een goede nachtrust.
Vandaag een dipje in de motivatie. Als ik drie dagen de afstand van vandaag afleg en vraag of ik eerder met de bus terug kan, dan ben ik over een enkele dagen weer thuis en is het avontuur over.
Gelukkig is het dipje maar klein. Als ik dat zou doen, dan ga ik af voor allen die mijn mededeling om naar de Middellandse Zee te gaan geloofden. Dus doe ik, wat het plan is: Naar de Middellandse Zee!

15 augustus 2013

Vandaag gaat het echt richting het zuiden. In Loyette passeer ik de Rhône,  een magisch moment in de Groene Weg.

Voordat ik de brug overga, zie ik een bakker. En in die winkel hebben ze vast een croissant en een pain au chocolat of iets dat er voor door kan gaan. En dat klopt. Als ik de boel in mijn tas heb gestopt, stopt er een oude man op een even oude racefiets. Hij vraagt naar mijn doel en vertelt over eigen fietservaringen toen hij nog iets jonger was. Maar ook nu fietst hij nog wel een tochtje. De man is zo op het eerste oog eerder 80 dan 70. Toch knap.
Ja, zo ziet die rivier de Rhône eruit. Veel water en breed. Of die ook begint als een klein stroompje, heb ik niet gezien.Op deze donderdag is het als een zondag. Mariahemelvaart. Alles is gesloten en er zijn nauwelijks mensen op de weg of verkeer. Het fietst stevig in de warmte. Toch zijn de nachten koud. Vandaag eindig ik in Faramans. Hier is het de volgende morgen  om acht uur maar tien graden. Maar dat gaat snel over. Het is zo weer op temperatuur.

16 augustus 2013

De tocht gaat verder en het wordt weer klimmen. Dan kom ik in Le Grand Serre. Een dorpje met een hele grote houten markthal. Een overdekt plein is het en het stamt uit de middeleeuwen. Hier in de buurt is een camping en dat betekent een kleine supermarkt en een bakker. Bij de ene haal ik fruit en een frisse drank, bij de andere een broodje en een lekkere koek. De bakkersjuffrouw zegt in het Nederlands : dank u wel. Ik geef haar de complimenten en vraag of ze de taal heeft geleerd. Nee, is het antwoord. De professor wilde het haar niet leren, helaas. Dus blijft het bij die drie woorden. Ik ga na het opeten van de gekochte zaken weer verder en kom aan het eind van het dorp. Dan snap ik de naam van dit plaatsje. Het is inderdaad een grote serre met een prachtig uitzicht. Je zult vanuit je kamer toch zover kunnen kijken. Zouden die koeien daar ook oog voor hebben? Of kijken ze alleen maar naar het gras?
Na deze klim gaat het weer bergaf langs een heivelrand naar St Donat sur Herbasse. Dit is een heel mooie rit met een schitterend uitzicht als je bergafwaarts gaan. Dan kom ik in Romans sur Isère. Een drukke stad met nepfietspaden.
De route gaat tot bij de kerk. Een vreemd bouwsel. Van buiten kun je er geen duidelijke kerkvorm in zien. Maar van binnen is het een kruisbasiliek. Voor de kerk eet ik mijn lunch en dan ga ik naar de overkant van het water. Dan ben ik meteen in de volgende stad:

Bourg de Péage. Hier moeten volgens het boekje veel winkels zijn. Maar dat is onzin. Althans als je eten zoekt. Het kost me een uur heen en weer fietsen om uiteindelijk bij de brug in een Casino de avondmaaltijd te kopen.
Achteraf, ja achteraf was al dat gezwoeg om eten te vinden, niet nodig, kom ik dichtbij de camping door een dorp met een nieuw supermarktje, waar ik al het benodigde kon kopen. Als je alles van te voren wist, dan was ik niet zo moe geworden en eerder op de camping.
De camping is een boerencamping. Ik ben er al een keer eerder geweest. Benieuwd of ik weer zo word verwelkomd. De receptioniste is nog dezelfde. Een dame in bonte kledij uit de jaren zeventig. Zij is de baas hier. De receptie is in een schuurtje. De ruimte is gevuld met een divanbed, een stoel en een schrijftafeltje. De wanden zijn vol met van alles en nog wat ter versiering. Nu is het precies zo. In een kladboekje worden mijn naam en adres genoteerd en hoeveel het kost. Ik betaal en verwacht dat ze me daarna meeneemt naar de boerderij om een kopje thee te drinken. Dat was de vorige keer zo. Helaas doet ze dat nu niet. Zo kan ik het huis niet nog eens van binnen bekijken. Meteen loodst ze me mee naar de camping en het sanitair. Alles ziet er knus oud uit. Op de foto het sanitair en de keuken. Vanbinnen van prima kwaliteit. Een klein paadje leidt naar het campinggedeelte. Als ik er zit te eten, komt er een auto met caravan aan. Ze zetten de boel neer en de man komt naar me toe en informeert naar mijn activiteiten op de fiets. De conversatie gaat eerst in het Engels. Ik kan dat niet en vraag of hij Frans kan, want die twee talen doorelkaar is als Gronings en Duits. Ik praat direct weer Frans. Als ik vertel, dat ik uit Nederland kom, blijkt het gezin uit Duitsland te komen en praten we Duits. Net zo makkelijk. Ze gaan nog boodschappen doen en vragen of ik nog eten nodig heb, maar dat heb ik al. Wel ontbreekt het me aan iets lekkers voor bij de koffie. Dus als ze een lekkere koek mee willen nemen, is dat heel fijn. Na een klein uurtje zijn ze terug en hij komt met een gebaksdoos van de bakker na me toe. Ik schrik en denk : ze hebben toch geen gebak meegenomen? Toch wel! Hij heeft enkele taartjes mee genomen en ik mag er een van kiezen. En het is echt mijn smaak. Als ik wil betalen, hoeft het niet . Hij trakteert. Zo is ook deze dag weer geëindigd met een feestje. Hartelijke mensen zijn steeds op mijn weg. Als het al bijna donker is, komen er nog fietsers met hun tenten. Het zijn Franse jongeren en er kan geen groet af. Ik vind het een beetje onaardig. De volgende morgen probeer ik nog eens contact te maken, maar weer is er geen reactie. Pas in de keuken lukt het. Nu blijkt, dat ik hun taal kan spreken, is er opeens interesse in wat ik doe en ik vraag wat zij gaan doen. Ze zijn bezig met een beschreven route te fietsen van Marseille naar Grenoble. Ook de Fransen maken fietsroutes. Niet met een boekje, alleen met een kaart. Het wordt zo een gezellig eind van een kampeermoment op deze camping. We wensen elkaar goede reis en ieder gaat een andere kant op.

17 augustus 2013

Met een mooi zonnetje aan de lucht en wat wind in de rug ga ik weer verder. Dit wordt de zwaarste dag, als ik de zwaarste keuze maak. Het kan vandaag betekenen  een echte bijna- bergpas te nemen met een heuse Col of een makkelijker route en veel klimpijn omzeilen. Ik laat de keuze nog even achterwege en ga eerst op weg naar Chabeuil, het eerstvolgende stadje na de boerencamping. Al vrij snel sta ik voor de keus van makkelijk of moeilijk. De vorige keer heb ik ook de moeilijke route genomen. De andere kon toen verkend worden, maar daar had ik geen zin in. Je mist dan wel een heel spectaculair deel van de tocht. Dus je snapt het al. Ik neem de zware variant.
Eerst gaat het door liefelijk landschap met heuveltjes op en neer. Maar dan begint het betere werk . De stad Crest( spreek uit : Cree) doemt op en daarmee ook de rotsen. De stad is gebouwd bij een kasteel op de bergen. Hier is het wel redelijk vlak. Maar dan.

De route brengt mij iets naar het oosten om daar de Drôme over te steken: Bij Aouste gaat het beginnen.
Daar verlaat ik de bewoonde wereld om me te begeven naar het woeste bergmassief. De temperatuur is inmiddels de dertig graden overstegen. Een weldenkend Fransman zal me wel voor gek hebben verklaard. Verkeer is er nauwelijks.
Daar ergens moet ik tussen die bergen door om aan de anders kant te komen. Dan ben ik echt in Zuid- Frankrijk. En dat is toch de bedoeling. Om er te komen moet ik tussen twee bergwanden door. Er perst zich daar ook nog een riviertje doorheen. Je kunt die niet zien, maar wel horen.
 Het is te zwaar om helemaal naar boven te fietsen. Een Nederlands echtpaar in een auto rijden me voorbij en ze groeten. Ik moet afstappen. Het fietsen is niet meer veilig. Mijn temperatuur en ademhaling geven seintjes, dat het te heftig wordt. Ik wil graag heelhuids verder. Dus ga ik het laatste stuk lopen. Zelfs dat is met deze hitte nog een hele kluif. Gelukkig zit het laatste stuk van de kluif in de schaduw en de weg is dan plat. Ik fiets weer verder.  De rotsen wijken en er komt ruimte: Col du Pas de Lauzuns, 504 m. Dat is de hoogte. Heerlijk dat ik het bereikt heb en toch deze route heb genomen. Het is nog niet het eind van de vermoeienis. Er komen nog wat klimmetjes, maar dan is het leed geleden en gaat het heel lang bergafwaarts naar Saou.

 In dit dorp een echt Frans dorpsplein met terras, fontein met koel drinkwater en veel etende mensen. Er staan ook twee jongedames met dezelfde soort fietsen en fietstassen als ik (alleen ander kleurtje). Ze blijken ook de Groene Weg te doen. Alleen zijn ze ergens anders begonnen. Ik vul mijn bidons met dit kostelijke koude water en ga weer verder. Hier zijn twee campings, maar het is nog veel te vroeg om al te gaan kamperen. Dus trap ik maar weer verder om de tijd te laten bepalen waar ik vannacht ga slapen. Zo laat ik misschien wel een mooie camping in een mooi dorp mijn neus voorbijgaan. Maar ik stap vandaag af in Bégude- de- Mazenc.  Het duurt een uur voordat ik de camping heb gevonden en dat terwijl ik er nog geen 100 meter vanaf was. De camping wordt duidelijk aangegeven, maar zodra je in het dorp bent met een mooi park, leuke winkels met groente en fruit en een even lekkere bakker, met een heuse gesloten VVV om de zaterdagmiddag, dan vraag je waar de camping is aan een stel jonge Nederlanders. Ze verwijzen me naar rechts, je bent er vlakbij. Ze gaan er ook heen. Ik rijd 5 km naar het oosten ( moe) en vraag waar het is. Niet hier. Naast de VVV en daar achter. Maar daar ben ik al geweest en bij de bocht in de weg ben ik weer omgekeerd. Toch moet ik daar zijn volgens de vraagbeantwoorder. Tussen de VVV en een garage is een wegje en die leidt naar de camping. Ik doe het nog maar eens. Wegje in gereden, achterom gekeken en dan zie je aan de andere kant van de weg een bordje dat naar de zo verlangde plek verwijst. Dezelfde weg weer tot de bocht en nu de bocht om. Daar is meteen de camping. Als ik dat dadelijk had gedaan, was ik geen uur aan het zoeken geweest. Een mooie camping met prachtig sanitair voor een simpel prijsje en een hartelijke beheerder. Door feestende Fransen is de nachtrust iets aan de korte kant, maar dat mag niet deren.

18 augustus 2013

Het is zondag en ik ben al snel op weg. Dadelijk buiten het dorp begint een klim van 9 km naar een nieuw hoogtepunt.
Taulignan, een dorp met elf torens. Vanbinnen een wirwar van smalle straatjes. Ik wandel erdoor. Op een andere plek naar binnengegaan om door deze poort weer buiten te komen. Taulignan betekent ook het einde van het in-de-bergen-fietsen. Vanaf nu kom ik steeds meer in de Rhône - vallei en wordt het veel vlakker. Het is nog steeds zondag en dan is het veelal rustig om de wegen. Helemaal als je tussen 12 en 3 uur 's middags op weg bent. Na alle zwoegen van deze morgen is het tijd voor een verwennerijtje in Valréas.
Aan dit plein met stadhuis en een terras vind ik een café - restaurant. Je kunt er een broodje omelet krijgen. Ik ben benieuwd hoe ze dat doen, als er alleen stokbrood wordt gegeten.  Het blijkt een halve baguette te zijn met een roerei ertussen: heerlijk met een glas vers geperste sinaasappelsap. Na te hebben betaald vraag ik om koud water in mijn bidons. Ik weet dat ze dan water uit de tapkraan schenken en dat is meer dan ijskoud. En dat gebeurt. Ik krijg er ook nog een lading ijsblokjes in. Dat blijft wel even koud.
Als ik weer op pad ben, maakt mijn fiets een vreemd rammelend geluid. Even controleren of de schroeven wel overal vast zitten. Niets vreemds te ontdekken. Toch blijft het rammelen. Wel wordt het langzamerhand minder: het zijn de ijsblokjes in mijn aluminium - bidons. Kom daar maar eens op. Zorgen weer over.
De dag eindigt op de vaker bezochte camping van Suze la Rousse. Tentje in de schaduw, kleren in de zon en dan lekker uitrusten op mijn stoeltje met twee poten. Eigenlijk vier, want mijn benen zijn de andere twee. Hoewel het met één been ook kan. Dan heb je een krukje. Omdat ik tamelijk vroeg op de camping ben aangekomen, heb ik alle tijd om het dorp in te gaan en een lekkere bakker te zoeken. Op zondag is die open, maar morgen, op maandag niet. Dus haal ik nu wat lekkers en morgen zal dat ergens anders zijn.

19 augustus 2013

Deze maandag begint erg vochtig. Als ik 10 km heb gefietst, ben ik al kletsnat van het zweten, terwijl de weg niet erg klimmerig is. In Rochegude verkleed ik me al. Het gaat vandaag naar Orange als eerste grote stad na Luxemburg. Op de weg erheen zou ik de Mont Ventoux moeten kunnen zien, maar er is te veel waterdamp in de lucht om er iets van te  ontwaren. Dus Orange.
Stad met Romeinse overblijfselen. Zoals deze Arc de Triomphe, die voor het verkeer fungeert als rotonde. Hadden die Romeinen ook nooit gedacht. Bouw je een triomfboog, maken mensen er tweeduizend jaar later een rondrijplein van.
Ik deze stad is ook nog een amfitheater uit diezelfde tijd. En nog steeds in gebruik als openluchttheater voor muziekvoorstellingen.
De kleffe broeierigheid laat zich steeds meer gelden. Het is zwaarbewolkt en ik vraag me af of ik het droog houd, tenminste wat water van buitenaf betreft. Zweten doe ik toch al. In de richting van Avignon, waar ik naartoe ga, ziet de lucht er nogal dreigend uit. Onweer zou een goede kans maken.
In Orange is er even een beetje miezer, dat na een kwartier weer over is. Ik waag het erop en probeer de stad weer uit te komen. Hoewel de routebeschrijving correct is, hebben de Fransen de weg opgebroken en er een rotonde in aanbouw van gemaakt. Dat zorgt ervoor dat ik strafbare feiten moet ondernemen en de verkeersborden negeer. Zo kom ik toch in de goede richting. De wegen zijn hier goed nat. Het heeft hier dus flink geregend. Heb ik mooi geluk gehad! Zo kom ik al kronkelend door het Franse land in Avignon. Soms herinner je de weg en kun je de goede weg niet vinden. Omdat je herinnering niet goed is blijven hangen. Zo kan ik maar niet op de brug over de Rhône komen. Een Frans gezinnetje op de fiets krijgt het ook niet voor elkaar. Maar toch, uiteindelijk zie ik hoe het zit. De beschrijving klopt wel, maar ik interpreteer een pijltje naar links  als is het naar rechts. Ja, en dan kom je niet goed uit. Dat wegje loopt dood in een achtertuin. Ook nu komt alles weer goed: daar is de stad met haar,  als de zon erop schijnt, zo mooie aanblik.
Nu valt het wat tegen. Trouwens is het maken van zo'n foto nog een kunst op zich. Er is zoveel verkeer, dat het een geluk is als je de stad kunt zien zonder al die auto's op de brug.
Ik volg de route door de stad en kom ergens anders er weer uit en zie dan de lange muur die Avignon omgeeft. De muren zijn helemaal gerestaureerd en schoongemaakt. Ze zien eruit als nieuw.
De route gaat verder naar het zuiden en eindigt vandaag op een campinkje bij Rognonas. Eigenlijk is het bij Chateaurenard, maar voor de fietsers van de Groene Weg is Rognonas handiger. Daar kun je van de route afgaan om deze camping te vinden aan de D76, een SVR-camping met een Nederlandse eigenaar met zijn Franse vrouw. Een leuke plek. Ze zorgen elke morgen voor vers brood.
Als ik de volgende morgen ga betalen, krijg ik koffie en een lekkere koek als afscheid. Aan het eind van mijn reis zal ik hier nog een nacht gaan kamperen, want Avignon is de opstapplek van de fietsbus, die me weer naar Nederland zal brengen. Zover is het nu nog niet. Ik moet nog naar de Middellandse zee. Dat doe ik in twee etappes.

20 augustus 2013

ik ben nu in het land van Vincent van Gogh. Hij verbleef enige tijd in St. Remy de Provence en daar fiets ik door. Deze molen vraagt om een bezoekje. Het is
molen van Daudet. Dag is een Franse schrijver uit deze streek, die zich inzette voor de plaatselijke taal. Het bouwsel staat op een heuvel en je kunt er ver kijken. De weg erheen en verder is nogal op en neer en dat is met deze temperatuur steeds leuk en lastig. Andersom natuurlijk: eerst lastig, je wordt van het klimmen nogal heet, en dan komt het leuke: bij het dalen koel je weer af. En dat gaat eigenlijk de hele dag zo door.
Op weg naar de zee kom ik eerst bij Arles deze aquaduct tegen. Weer hebben de Romeinen hun zaken niet opgeruimd en zitten de Fransen met die spullen opgescheept. Wegen, fietspaden en gebouwen zijn zo aangelegd, dat het allemaal een beetje samen gaat.

Ook in Arles kom je de Romeinen weer tegen.
Hier is een rond theater van hen. Maar wel erg als een ruïne. Overigens in gebruik voor van alles en nog wat. Als ik er langs kom is er een voor de toeristen opgevoerd stierengevecht bezig, wat overigens nogal vriendelijk uitpakt.

Een eindje verder kom je dit huis met geel opschrift tegen. Het is een souvenirwinkel, maar ooit woonde Vincent van Gogh hier. Omdat ik deze keer van het oosten de stad ben ingefietst en de vorige keer vanuit het westen, is het een hele toer om dit deel van de stad te vinden. Maar het is gelukt. En de stad uit is iets minder moeilijk. Ik moet wel weer terug naar de grote boulevard om de brug over de Rhône te bereiken.


Het gaat hierna door nogal vlak land. Eigenlijk is het er platter dan in Flevoland. Hier vind je echte rijstvelden. Sommige staan droog, andere hebben water en hier en daar staat een boerderij. Midden in deze vlakte is een heuvel en daarop is een stadje gebouwd, dat in vroeger jaren aan de zee lag en een pelgrimsverzamelplek was om naar Santiago te gaan.
De resten van een zeer groot klooster zijn nog te zien in de vorm van een kerk met een indrukwekkende gevel. Dat stad heet St. Gilles. Het heeft een geschikte camping en in het stadje zijn voldoende winkels om voedsel te kopen.
Het begint nu spannend te worden. Het is

21 augustus 2013

Om 11 uur zit ik op de fiets en straks zal ik bij de Middellandse Zee zijn. Dan heb ik de reis volbracht en het eindpunt bereikt. Nu rijd ik door een vlak land met rijstvelden en hier en daar een huis. De lucht is strakblauw, de zon schijnt bijzonder fel en mijn fietscomputer vertelt dat het 32 graden is. Toch is het heerlijk fris om te fietsen. Er staat een stevige wind in mijn rug en de lucht is gortdroog. Zweten is er niet bij. Het vocht is al verdampt als het mijn poriën probeert te verlaten. Onderweg kom ik erlangs: ik controleer het bestaan van de camping voor vanavond. Nu eerst naar Stes- Maries -de- la- Mer. Ja allemaal in het meervoud. Het plaatsje is genoemd naar de beide Maria's uit de Bijbel. Die zouden hier per  boot zijn aangekomen. Ik kom van de andere kant en per fiets. Om 12.45 uur sta ik bij het bord dat de ingang van het dorp aangeeft.
Ik pak mijn mobieltje en per watsapp laat ik het thuisfront weten, dat ik het einddoel heb bereikt. Men geeft de felicitaties en bieden me aan de aankomst te vieren. Dat ga ik doen met een grote ijs, een frisse drank en later nog wat lekkere broodjes.
Ik blijf de rest van de middag hier.
En natuurlijk de naam van de route: naar de Middellandse Zee. Op de foto is het water echt blauw. Als je erbij staat is het iets minder duidelijk. Hier is de kust beschermd met strekdammen. Mensen genieten van het water, de zon en een windje.



Het stadje is vol toeristen en het is in deze witte plaats prettig vertoeven. Maar ook dat gaat weer vervelen en ik blijf een fietser. Dus zoek ik eten voor de avond en iets voor morgenvroeg en ga terug naar de camping die ik vanmorgen al heb gevonden. Natuurlijk vergeet ik niet de beroemde flamingo's van de Camargue te fotograferen. Het land is hier best indrukwekkend, net of je niet meer in Europa bent.



De camping is een camping à la ferme, en de boer komt me tegemoet als ik het terrein oprijd. Het blijkt een hele grote grasvlakte te zijn met hier en daar een boom, een vijver met eenden en riet in het midden. Hier en daar verspreid over het veld staan tenten van trekkende mensen. Je mag zelf weten waar je wilt staan. Ook nu is de nacht weer fris en de ochtend heel vochtig van de dauw.

22 augustus 2013

Vandaag verkeer ik in de rare situatie het einddoel te hebben gehaald en toch nog niet aan het eind van mijn tocht te zijn. Pas komende zaterdag komt de terugreis. Dus heb ik nu de vrijheid om op een eigen manier terug te fietsen naar Avignon. Ik ga daarvoor over een zeer oneffen pad langs het Etang de Vaccaras, terug naar wat je de gewone wereld van de Provence zou kunnen noemen.

Ik besluit om terug te gaan naar een dorp met de naam Fontvieille. Het is een mooi dorp met genoeg winkels en ook restaurants, dus een levendig dorp. De camping is groot en nogal leeg. Hoewel er geen reden voor is, slaap ik erg onrustig. De weersvooruitzichten voor zaterdag zijn niet zo gunstig. En raar maar waar: ik slaap er slecht van. Achteraf nergens voor nodig, die bezorgdheid.








23 augustus 2013

Vandaag ga ik iets leuks doen. Ik ga naar Baux de Provence. Dat is een dorpje bovenop een rotsrichel met een geweldig uitzicht. Ik ben er eens eerder geweest en dit jaar heeft de Tour de France het dorp ook aangedaan. Ze zijn over dezelfde weg gegaan. Het is in de morgen al een flinke kluif om boven te komen. Maar zonder af te stappen krijg ik het voor elkaar. Ik fiets tot de ingang. Dan moet ik wel even bijkomen.
Met de fiets aan de hand ga ik naar binnen. De weggetjes zijn te vol en te steil om helemaal naar de andere kant te lopen. Dan maar een zijwegje naar beneden. Daar is een terras en drink ik een kop café au lait. Zo krijg je namelijk een grote bak. Alleen koffie is in twee slokken op.
Dan komt de afdaling. Ik zie iets wat mijn trots over het bereiken van Baux nog vergroot. Een groep jonge Fransen op mountainbikes doen een poging om ook boven te komen. Waar ik doorzette, stappen zij af. Mijn leeftijd van 60 jaren is dus geen belemmering om deze prestatie te leveren.
Genoeg gezwamd. Ik ga verder naar beneden en weer omhoog langs heel witte rotsen met grillige vormen. Ik kan daarvandaan over het dal heen Baux weer zien. Dit weggetje gaat weer naar St Remy en daar vind ik een fietspad naar Maillane.  Tegen het eind van de middag kom ik weer door Rognonas en eindig op de svr-camping Le Jody van een paar dagen geleden. Ik mag daar ook de hele zaterdag mijn boeltje laten staan. Dan kan ik na het eten, 's avonds naar Avignon rijden om naar huis terug te keren.
Voor ik de tent ga opzetten ben ik eerst nog weer naar Avignon gegaan. Nu schijnt de zon en is de stad veel fotogenieker dan met een bewolkte lucht. Het is op het plein voor het Palais des Papes nogal heet en ik zie mensen met een lekkere bak ijs lopen en zitten. Dat is een goed idee. Je kunt een bolletje kopen, twee, of drie. Zo zijn de prijzen aangegeven. Maar ik houd van iets meer en vraag vier bolletjes. Ik krijg een heel bits antwoord: alleen 1,2,of 3. Vier kan niet. Het bakje is groot genoeg, maar er is geen prijs voor. Of zou het ijs anders te snel op zijn? Met een flesje koud water toe, is het toch een heerlijke traktatie. Ik fiets de stad weer uit naar de camping.

24 augustus 2013

De laatste dag in Frankrijk, de laatste dag van mijn tocht. Ik maak nog maar een rondje van 60 km om de dag door te komen. En aan het eind dreigt voor het inpakken van mijn tent de boel toch nog kletsnat te worden. De hele dag dreigt het al te gaan regenen, maar er  valt niets. Als ik voor de laatste keer inkopen doe bij de supermarkt in Rognonas, blijkt bij het verlaten van de winkel het buiten stevig te regenen. Ook is er nog onweer in het spel. Dat wordt dus wachten op een droge bui. Na een half uur ongeveer is het zover. Ginds boven de camping wordt de lucht weer helder. Ik ga terug met het vooruitzicht een natte boel aan te treffen. Als ik op de camping aankom, blijkt het daar helemaal niet geregend te hebben . Alles is nog droog op een paar druppeltjes na. Dat heet op het laatste moment: mazzel.
Ik ga eten en opruimen, opladen en vertrekken naar Avignon. Nog eenmaal een foto, nu in de avondzon: de muren van Avignon. 's Avonds om tien uur vertrekt de bus naar Nederland.
Met een gevoel van vreugde, dat het zo'n  fijne en ontspannen tocht is geweest, en ook een gevoel van weemoed, dat het nu over is, reis ik met een twintigtal andere fietsers terug naar huis. Naar de mensen, die met me mee hebben geleefd via de vele whatsappjes die we hebben uitgewisseld. Een tocht om zeker nog eens te doen, of een andere tocht, van de www.europafietsers.nl