donderdag 9 augustus 2018

Midden-Frankrijk Route deel 2.   ( soms verandert het lettertype en grootte, dat doet het blog en is niet te veranderen, Helaas)


Vorig jaar reed ik een deel van de MiddenFrankrijkRoute. Ik startte in Cahors en ging heel onbevangen op weg. Het zou ongeveer een tocht worden als de Katharen Baskenroute. Maar dat was even anders. Dit was veel zwaarder.
Maar ik werd gevraagd om routebeheerder te worden van deze route. Ik heb ingestemd, maar de route nog niet helemaal gereden.
Dus nu een zomerreis over de MiddenFrankrijkRoute naar het westen. Van Cahors naar Bordeaux en terug plus een tocht naar Figeac en iets verder en weer terug naar Cahors.
Vorig jaar een fietstocht om deze route te beleven, nu dus een reis om als routebeheerder de route te leren kennen. Deze keer is het een heerlijke reis geworden. Niet zo zwaar als vorig jaar en best wel inspannend door de hoge temperaturen.


13 juli Utrecht.
Op deze vrijdag ga ik naar Utrecht samen met mijn vrouw. We reizen per trein.
In Utrecht wordt ingeladen en uitgezwaaid.
Het wordt een goede busreis naar het zuiden. Beetje puzzelen, beetje praten, beetje slapen en zo komen we met enige vertraging om kwart over negen aan in Cahors.


14 juli Cahors
Het is voor mij prettig te weten, waar ik aankom en wat me te doen staat.
Vooraf heb ik uitgezocht, waar een supermarkt is en waar ik gas kan kopen (hebben meer reizende fietsers gedaan, hoor ik onderweg). Bovendien is het de nationale feestdag. De winkels zijn eerder of helemaal gesloten.
Ik verlaat Cahors, zoals ik dat thuis heb uitgedacht en vorig jaar heb uitgeprobeerd. Wel blijkt er in mijn herinnering een bocht minder te zijn. Goed dat ik het nu weer fiets. Langs de beroemde brug met de drie torens, Pont Valentré, rijd ik naar het grote winkels-gebied. Hier is voor de veiligheid een fietspad aangelegd met oversteekplaatsen. Bij de Bricorama het blikje gas en eten bij de Intermarché.
Gemakkelijk dat dit op de route ligt. Dan gaat het verder. Een weg is opgebroken, maar nog wel begaanbaar. Op de terugweg is het iets minder begaanbaar, maar over de stoep kom ik ook dan wel goed vooruit.




De eerste stop is in Douelle. Het is etenstijd en hier zijn onder de bomen banken langs de rivier. Een geschikte plaats om te pauzeren. Na verkenning zie ik er een gesloten supermarktje ( feestdag) en er is een restaurant. Wil je naar de kapper, dan kan dat ook. Het valt mij deze reis op hoeveel kappers en schoonheidssalons er onderweg zijn. Wat ook opvalt, is dat de Lot bevaren wordt door plezierjachten, groot en klein.
Als ik ben uitgegeten en alles weer heb ingeladen, zoek ik de weg verder. Je kunt trouwens in Frankijk goed je afval kwijt: of er is een prullenbak in de buurt of er staan vuilcontainers. Erg handig voor reizigers, zoals ik.


De volgende stop is Luzech. Hier passeer ik twee keer de Lot, want de meander in de rivier is zo krom, dat het dorp twee bruggen heeft. Ik maak er enkele foto's. Ook is er een kasteel- ruïne.  De meeste plaatsen hebben een kasteel of iets dat er op lijkt, heel of als ruïne.
Het is warm en daardoor nogal vermoeiend. Helemaal omdat het natuurlijk de eerste rit is, na een zit/slaapnacht in de bus. Het moet nog wennen.
Al klimmend en dalend kom ik met een klim in het volgende stadje: Albas.
Van verre heb ik er al een foto van gemaakt. Hier is een plein met een restaurant.  Er is ook een kerk en een soort kasteel, lijkt het.




Voor het restaurant met de aanduiding multi… ( je kunt er blijkbaar meer kopen dan alleen een restaurant aanbod) zitten veel mensen. Het is lunchtijd en een feestdag. Dus veel mensen gaan eens lekker uit eten. Ik ga het etablissement binnen om er wat koud drinken te halen. Want het is dorstig op dit uur van de dag. Het gaat een beetje onhandig bij het bestellen. Ik zit niet aan een tafel en wil iets kopen tussen de bestellingen door. En de dame achter de balie mag blijkbaar de kassa niet bedienen. Ik moet wachten tot de baas er tijd voor heeft. Als ik weer buiten op een bankje zit, om het gekochte naar binnen te werken, komt de uitbater me nog meer wisselgeld brengen. Blijkbaar niet helemaal goed gedaan. Het is hier goed toeven, in de schaduw met een leuk uitzicht. Maar de plicht roept: ik moet weer verder. Een routebeheerder komt hier niet om niks te doen.
Dus pak ik alles weer in en vervolg mijn tocht.


Het gaat langs de Lot, maar wel op en neer en niet steeds vlak langs de rivier. Het landschap is afwisselend. Midden in de middag kom ik aan bij mijn eerste overnachtingsplek. Camping Les Catalpas bij Condat, met als hoofdplaats Fumel, is een leuke camping voor fietsers. Ze hebben er drie kampeerplekken aan de rivier met ieder een picknicktafel voor een tent per plek. En een speciaal tarief.
Ik ben de eerste gast vandaag, dus kan ik een plekje kiezen. Dat is even snuffelen. Ik wil graag zo vlak mogelijk liggen. Ik kies de plek met een picknicktafel met dak. Dat blijkt later een goede keus te zijn geweest. Ik installeer me en geniet van de rust en het uitzicht naar de rivier. Natuurlijk de noodzakelijke dingen: zelf wassen, fietsbroek wassen, sokken en shirt geef ik ook maar meteen een beurt. Het is zonnig en warm. Grote kans dat de boel snel weer droog is.
Dan komt er nog een fietskampeerder. Het blijkt een Amerikaan te zijn. We stellen elkaar voor en vertellen wat we aan het doen zijn.
's Nachts is het opeens niet meer mooi weer. Zomaar zonder zacht begin stort opeens de regen naar beneden. Er is in de verte wat gerommel en weerlichten. Na ruim twintig minuten stopt het net zo abrupt als het begonnen is. Merkwaardig. Als het begint, realiseer ik me, dat een tas niet goed staat. Er komt een beetje water in. Maar niet erg. Zo weer droog.


15 juli Condat/Fumel
De volgende morgen heb ik profijt van het afdak boven mijn tafel. Die is droog en een geschikte plek om de nat geworden zaken te drogen te leggen. De planken zijn immers droog. Met mijn Amerikaanse buurman bespreken we, wat we vandaag gaan doen. Hij gaat naar het zuiden en ik naar het noordwesten. Ik heb zo mijn bedenkingen bij zijn plannen, maar uit ze niet. Later zal blijken, dat hij de verkeerde kant is opgegaan, wat het weer betreft.
Ik ga naar Fumel, om eten te kopen voor deze dag. Dan ga ik het fietspad naar Libos verkennen.
Het klopt met wat ik op Street view heb gezin. Alleen zit er een korte afdaling in om van de spoordijk af te komen. Zo snijd ik een deel van de route af. Hier in Libos is ook het moment, dat ik de Lot verlaat en noordwaarts ga naar de rivier de Dordogne. Het duurt tot morgen middag, dat ik daar kom. Nu eerst van dorp naar dorp. Het is net als gisteren weer warm.
In Gavaudun, met een kasteelruïne, is een eetgelegenheid. Er staan veel tafels en stoelen buiten. Men heeft er af en toe een grote maaltijd voor iedereen uit de buurt of zo. Ik vraag om iets kouds om op te eten, een ijsje of zo. Het is een soort dessert, koud en lekker. Betalen is even lastig, want pinnen kan niet. Er is geen internetverbinding. Contant lukt gelukkig voor hen. Dan ga ik verder en vind een picknicktafel voor mijn lunch.
Het is warm en vochtig. Na een stevige klim kom ik bij Biron.
Hier is een kasteel/dorp en een mooi uitzicht. Een camperplek is nauwelijks bezet op dit uur van de dag. Met een snelle afdaling naar links ga ik weer verder. Het zal niet een lange dag fietsen worden. Daar is het te warm voor. Villeréal is de volgende plaats. Hoewel het een mooi stadje moet zijn, laat ik de bezichtiging voor een andere keer liggen. Nu eerst maar naar camping Bergougne. Een hartelijke ontvangst en geschikte plekken in de schaduw. Wel is de prijs niet fietsvriendelijk.
Het dorstige weer vraagt om een biertje en later haal ik nog iets verkoelens. Tent opgezet, kleren gewassen en hopen dat het droog wordt. Het is warm genoeg, maar de lucht is te vochtig. Het is op de camping heel stil. De meeste gasten zijn bij de kantine. Het is WK voetballen en Frankrijk zit in de finale. Ze winnen, maar het wordt er niet rumoerig van.
 's Nachts is er weer een beetje regen.



16 juli Villeréal
Voor de volgende morgen heb ik een ontbijtje besteld. Dat is goed en smaakt lekker. Dan weer op pad. Als ik de camping verlaat, schrik ik. Gisteren er naar toe, was de weg matig, maar geasfalteerd. Nu zijn ze bezig er een dikke laag leem/zand op te leggen. Van het asfalt is alleen langs de randen nog iets te zien. Het is niet fietsbaar. Dus voorzichtig langs de rand van de weg rijden. Een eind verder stopt deze rare bedoening. Wie bederft een weg nu zo. Je legt toch geen dikke laag leemachtig geel zand op een asfaltweg!
Ik ga weer verder. Heuvel op en af. Bij Monsaguel  ga ik even van de route af naar rechts. Hier is een kerk en daarachter een plein met een bank. Hier kan ik prima koffie drinken. Ook is er een wc en een wastafel. De wc is gesloten, maar de kraan geeft wel water. Dan weer verder en al trappende kom ik bij Montbazillac.
Jaren geleden zijn we hier eens geweest en hebben toen het wijnkasteel bezichtigd. Nu neem ik een paar foto's en laat me met een lekker vaartje van de helling afrollen, het dal van de Dordogne in. In de verte kan ik de gele toren van de kerk van Bergerac in de zon zien schitteren.


Als de helling op zijn eind is, ga ik linksaf. Hier heeft een wijnboer fietsen en wijnvaten ter versiering langs de weg gezet.
Hier begint ook een lange rit over steeds dezelfde weg met aan weerskanten wijngaarden. Het lijkt wat op de Elzas. Het is meest plat en de weg best druk.
Het einddoel is vandaag Pineuilh. Dat is de plaats, waar de camping is. Een camping met Frans/Engelse beheerders. Het gevolg is, dat ik in het Engels wordt aangesproken. En er staan ook veel Engelsen. Deze camping heeft ook een aantal vlakke plaatsen, speciaal voor tenten. En er is een stroompaal voor je telefoon. Wel een leuke service. Ook is er nog een fietskampeerder, maar er is geen contact. Wel met de Engelsen aan de overkant. Om eten te halen hoef ik niet ver. Nog geen tien minuten lopen en ik ben al bij de Super U. Dat is nog eens gemakkelijk. Als ik er heen loop, kom ik langs een kasteeltje met de naam Richelieu. Ik vraag me af of dat de woonplaats was van deze politicus/ kardinaal uit de tijd van Lodewijk de Veertiende. Ik vind er niets over.


17 juli Pineuilh/ Ste. Foy-La-Grande
De volgende morgen ga ik nog wat halen voor die dag en dan weer op stap. Als ik de camping verlaat, ben ik gelijk weer in de plaats, waar ik gisteren van de route afging: Ste. Foy-La-Grande. Want dat is het stadje waar ik ben. Pineuilh ligt er tegenaan en heeft zodoende de camping. Ste. Foy is een leuk plaatsje. Ik ga nog even naar de rivier en maak een paar plaatjes van de overkant. Ook zie ik twee heren in de rivier staan. Ze zijn daar aan het vissen.




Deze dag volg ik de rivier en maak geregeld een uitstapje naar een brug over de rivier. De route gaat er niet steeds langs. In Eynesse blijkt nu weer een winkel te zijn, waar je ook een kopje koffie kunt drinken. Maar het kan alleen 's morgens, alle dagen van de week. Hier wordt ik gewaarschuwd, dat verderop de weg is versperd. Dat is vervelend. De weg naar Pessac-sur-Dorgogne is geblokkeerd: verboden ook voor fietsers en wandelaars. Er zouden rotsblokken kunnen vallen. Dan de eerste de beste weg daarna. Er komt verkeer van de andere kant en een automobiliste vraag ik of je daar langs kunt. Dat kan prima. Alleen zegt ze er niet bij, dat het een zware klim is. Ik moet lopen en de fiets omhoog duwen met als steilste stuk 18%. Ik bezeer mijn knie daarbij. Niet leuk dus. De terugweg zal ergens anders langs moeten. Want bij het afdalen, verlies je je fiets door het gewicht.
In Pessac ga ik weer naar de rivier. Hier is een Duits sprekend stel, dat een kaart heeft van de buurt, die ik even bestudeer voor de terugweg. Maar dat levert geen nieuw inzicht op.


Castillon-La- Bataille wordt vanaf de brug bekeken en dan ga ik weer verder. Ook Branne heeft een brug, dus nog eens de rivier bekijken. Daar stop ik bij een café om mijn bidon te laten vullen met koud water. Ook is er een bankje voor de koffie. Even verderop is een supermarkt. Daar haal ik nog iets voor de middag en dan weer verder. Ik verlaat in zuidelijke richting de Dordogne om op een fietspad te komen, over een oude spoordijk. Dan gaat het heerlijk plat in de schaduw naar Créon.
Hier is het voormalige station en wat er bij hoort, veranderd in fietsvriendelijke zaken met picknicktafels en fietsverhuur. Als ik daar wat rondkijk, is de Amerikaan er opeens weer. Hij heeft veel regen gehad en is nu op weg naar Bordeaux om vandaar naar Parijs te reizen en dan de oceaan over. We wisselen weer ervaringen uit en maken een foto van elkaar. Helaas weet ik zijn naam niet meer zeker. Hij verbaast zich nog steeds over mijn grote hoeveelheid bagage, hoewel dat voor een fietskampeerder heel normaal is. Ik kan het best optillen. Ik laat hem even op mijn fiets rijden, zodat hij ervaart hoe makkelijk dat gaat. Hij staat er versteld van. Heerlijke fiets. Hij heeft een huurfiets, een Trek.
Dan naar de camping. Eerst ga ik nog even het stadje in om wat eten te kopen.
De camping ligt aan een drukke weg met gelukkig een fietsstrook ernaast.
De camping, Bel Air, is nog gelijk aan de vorige keer. Hier wil ik twee dagen staan, zodat ik zonder bagage naar Bordeaux kan en terug. Als ik me niet vergis, krijg ik dezelfde plek als de vorige keer, Dat was in 2015, toen ik de EV3 aan het maken was.
Ook hier weer Nederlanders op de fiets. Sommigen gaan naar Santiago en een gezin doet ook de MiddenFrankrijkRoute. We hebben al snel contact. En dat blijft een aantal dagen zo. Ze gaan in dezelfde richting naar het oosten als ik met ongeveer dezelfde etappes.


18 juli Créon
Vandaag kan ik rustig opstaan, geen inpak-activiteiten. Eerst het bestelde brood van de receptie halen en dan naar Créon voor boodschappen voor onderweg. In het stadje is de wekelijkse markt. Op een bord staat, dat de markt sinds het jaar 1315 op de woensdag wordt gehouden, zonder onderbreking. Wel bijzonder.
Ik loop door het stadje en aan de andere kant is een fietspad naar de supermarkt. De Amerikaan heeft me er op gewezen. Hij reed over de weg met toeterende auto's tot gevolg. Door het hoge bermgras zag hij het fietspad niet. Ik dus wel en terug ga ik via de rondweg. Zo ontloop ik de drukte van de markt.
Dan het fietspad op naar Bordeaux. Het rijdt lekker. Bij Latresne is een grote Boulangerie bij het eind van het fietspad naar links. 
De bakker levert van alles. Eerst wil ik een belegd broodje kopen. Maar vlak voor mij komt er een vracht werkvolk binnen, die allemaal voor hun middageten in de rij gaan staan. Dan maar een eindje verder in de zaak een croissant en pain au chocolat gekocht. En wat water. Buiten op een muurtje de boel opgegeten bij een kop koffie.
Een grote rotonde waar je als fietser netjes omheen wordt geleid, brengt me naar het fietspad langs de Gironde tot in Bordeaux. Dus verder over die fietsweg langs de Gironde.
Af en toe moet je er even vanaf, omdat ze er mee aan het werk zijn. Maar het is een goede manier om Bordeaux te bereiken.
De route eindigt bij het station
en de routebeschrijving brengt me er perfect heen. In  het station is het druk en er zijn veel winkels; ik koop wat er bij de boulangerie niet van kwam. Lekker smullen en rondkijken. Dan terug, dezelfde weg, maar andersom is het toch anders. Op een bankje langs het fietspad eet ik nog iets en drink mijn koffie. Weer kom ik langs de bakker. Ernaast is een groentezaak. Hier koop ik enkele soorten fruit. Bij de bakker haal ik nog wat koude dranken: water voor in de bidon en icetea voor de koude dorst.
Een eindje verder naar het fietspad en terug naar de camping. Het weer wordt nu even wat minder. Het is erg vochtig en het regent een poosje. Als het weer droog is, blijft het klam en nattig. Douchen maakt wel schoon, maar niet droog. Zo gaat ook deze dag weer voorbij. De opa van het gezin verderop komt nog wat vragen over de camping, waar zij en ik morgen naar toegaan. Ik ben er al geweest, dus kan ik info geven. Het is de camping in Pineuilh/ Ste. Foy-La-Grande.


Enkele foto's van Créon:




19 juli Créon
De volgende morgen schijnt de zon al weer. Het heeft geducht gedauwd.
Dus alle vertrekkende fietskampeerders zijn druk bezig hun tenten te laten drogen. Ook ik doe eraan mee. Maar op mijn plek is wel zon en dat droogt dus goed. Na alle gebruikelijke zaken als eten en warm water voor koffie onderweg maken, kan ik eindelijk vertrekken. Het is mooi op tijd. Eerst langs de drukke weg naar Créon, naar de supermarkt en dan op weg terug. Het is wel leuk om terug te gaan. Alles ziet er nu anders uit en toch zijn het dezelfde plekken. En het heeft het gebruikelijke effect, dat het sneller gaat. Als het koffie-tijd is, ben ik al in Branne. Op een ander bankje dan de heenweg drink ik koffie. Dan verder. Bij de brug over de Dordogne, waar ik niet over moet, staat al een aanwijzing van een camping verderop in Ste.Terre. Ik trap weer lekker verder langs de rivier. Soms vlak erlangs, dan weer onzichtbaar. Sommige plaatsen herken ik, andere zien er andersom toch heel anders uit.
Op dit stuk staan er vijgebomen langs de weg. Dat verwacht je ook niet.
Het is nogal warm en de middagpauze houd ik in Flaujagues. Volgens het boekje is hier een camping, die wel met borden staat aangegeven, maar ik heb het niet gezien. Ook moet er een winkel/café zijn. Ook die zie ik eerst niet. Maar na wat beter zoeken is die er wel. Alleen gesloten wegens poging tot overname. Er is een soort klein winkelcentrumpje, maar alles is voorlopig gesloten. Dus geen voorzieningen.
Ik eet mijn eigen zaken op en na voldoende rust ga ik weer verder. Het is stil, er zijn weinig mensen op weg: middagpauze en een hoge temperatuur.
Als ik het dorp net uit ben, zie ik de aanduiding voor een camping, die in het boekje in een andere plaats ligt. Maar je komt er dus gewoon langs. Dat zal ik in de aanvullingen zetten.


Op de heenweg bleek de weg bij Pessac afgesloten. Nu ga ik, als ik in dat dorp ben, eerst maar eens op zoek naar een antwoord op de vraag, waarom de boel is afgesloten. De baas van de Tabac fietst er geregeld langs en er is niets aan de hand. Je kunt er prima langs. Dat ga ik dus maar uitproberen.
Goed dat ik het heb gedaan. Alleen de laatste paar honderd meters zou er wat aan de hand kunnen zijn, als het rivierwater erg hoog staat. Het bord met vallende rotsblokken is onzin. Er zijn helemaal geen rotsen. Merkwaardige afsluiting. Ook het mee fietsende gezin heeft het er op gewaagd en is gelukkig niet omgefietst. En was ik de heenweg niet zo braaf geweest, dan had ik nu geen pijnlijke knie.
Waar je rechtsaf naar Gagnard gaat, ga ik rechtdoor. Al maar rechtdoor en je komt vanzelf bij de camping. Dat is heel handig. Bij de receptie is nu de echte beheerder. Ik vraag of ik hetzelfde plekje van een paar dagen geleden mag. Dat is goed. De Engelse overburen zitten er nog de warmte te trotseren met niks doen en eten.
Tent opgezet en de rest. Dan weer de wandeling naar de SuperU. Ik neem nu nog een kortere weg.
Ondertussen zijn de andere fietsers ook aangekomen. De auto met opa en oma was er al.
Voor het eten gebruik ik vandaag een picknicktafel langs het water. Het is er een beetje in de wind.
De dag gaat heen en de volgende komt.


20 juli Pineuilh
Als ik opsta, is het mooi weer. Maar al snel komen er wolken opdagen. Er komt geen regen van, hoewel het wel zo lijkt. Nog even langs de supermarkt en dan op weg. Ik ga niet naar de plek, waar ik de route heb verlaten. Vanaf de camping ga ik naar de route. Dat wordt dus ook een aanvulling. Waarom terug fietsen, als het ook anders kan. Voor oost-west rijden is dat ook handig. Velen zullen deze camping aandoen. Het ligt op een mooie afstand van Créon,




De weg is weer de D14. Een auto met aanhanger vol rotzooi, als koelkast, ijzerwaren, tl-buizen, dendert me voorbij. Een heel eind verder haal ik de troep weer in. De man staat aan de kant van de weg zijn kar weer op te laden. De boel is eraf gevallen. De tl-buizen liggen in gruzelementen op de weg. Leuk voor de fietsers. Misschien veegt hij de boel nog aan de kant.
Dan kom ik weer langs de wijnvaten en kleurige fietsen en ga rechtsaf. Nu is het een stevige klim naar Montbazillac. Even anders dan de snelle afdaling van de heenweg. In het dorpje zoek ik eerst naar een bakker. Maar die is er niet. Er is wel een restaurant/bistro. Eerst doe ik een poging voor koffie en wat lekkers. Maar dat mislukt. Ze hebben voor een zacht prijsje een salade. Dat ga ik doen. Wel eerst de koffie. Dan de salade, met een hele fles koud water. Het is allemaal heel lekker. Een welverdiende rustpauze met lunch op z'n Frans. Wel zonder de wijn. De familie is ook langs gekomen. Ze gaan weer naar dezelfde camping als ik.
Onderweg maak ik een uitstapje van de route. Eigenlijk is het veel leuker om die in de route op te nemen. Een bezoek aan Issigeac. Daartoe ga ik bij Monsaguel recht door het dorpje. Aan het eind van de weg naar rechts, richting Issigeac. Het is een leuk, klein stadje met vakwerkhuizen, eetgelegenheden en winkeltjes als ze open zijn. Ik ga er dwars doorheen en aan de andere kant is een overdekte markthal met een bank.






De ideale lunchplek. Helemaal nu het een tijdje regent.
Wachten tot het droog is, duurt me te lang, Dus ga ik. Door de temperatuur en de weinige druppels is het niet vervelend. Bovendien is het snel droog. Zo kom ik vanzelf weer op de route en rijd richting Villeréal.
Eerst naar de camping. Tot mijn stomme verbazing is er van de rare leemweg van afgelopen maandag niets meer te zien. Er is weer een nette asfaltweg met split, dat nog wat ingereden moet worden. Merkwaardige manier van wegen repareren. Alle hobbels van de oude weg zijn er nog maar niet te zien.
Natuurlijk word ik herkend bij het aanmelden op de camping. De anderen zijn er ook al. Ik kies weer een plekje. Dichtbij het andere sanitair. Alleen doet daar de warme douche het niet. Ook niet als ik dat heb gemeld. Slordig voor zoveel geld.
Als ik de tent heb opgezet, ga ik naar het stadje voor boodschappen en foto's. Het is een leuke plaats met een mooi centrum: Arcades, markthal, vakwerkhuizen en een kerk met een breed front.






En dan terug naar de tent, eten en uitrusten.


21 juli Villeréal
Vandaag gestart met mijn eigen ontbijt. De fietsende familie gaat verder dan ik, dus is het hier het einde van het samen op gaan.
Eerst rijd ik nog eens naar de winkel in het stadje en ga dan op weg. Al gauw zie ik het busje van de opa en oma. Ze wachten op de anderen. Hier klopt iets niet. Ik reed achter hen en heb ze niet ingehaald. Blijkbaar zijn ze fout gefietst. 
De eerste bijzonderheid is het kasteel van Biron. Op de heenweg zag het er niet zo geweldig groot uit als nu. Ik moet nu klimmen en dus kijk ik tegen het hoog gelegen Biron op.
 
Als ik boven ben zijn de opa en oma er ook al.
Het fietst lekker vandaag. Ik pauzeer af en toe. Op de heenweg kwam ik via het fietspad van Fumel in Libos. Nu ga ik door het stadje Libos. Ook dat is wel leuk. Het is zaterdag en helemaal niet druk. Weer lunchtijd, dus winkels zijn gesloten, maar de eetgelegenheden zijn open. Ik vind een bankje en eet mijn eigen lunch. Dan verder naar de camping. Dwars door Libos, niet echt interessant. Bij het begin van Fumel even geprobeerd om met de beladen fiets omhoog te trappen. Het stadje ligt hoog. Dat is geen succes. Eerst naar de camping in Condat en van daaruit Fumel bekijken en boodschappen doen.
Ik ga weer verder over het fietspad en kom dan de fietsende familie weer tegen. Ze hebben de routetekst niet goed gelezen en zijn door het stadje getrapt met de klimpartij erbij. Nu nemen ze nog wat info over, die nodig is voor de rest van hun tocht. Ze hebben geen lijst met aanvullingen bij zich. ( geen van de fietsers, die ik ontmoette , hadden de pdf met aanvullingen bij zich of gelezen). Dan moet ik nog op de foto, want nu hoor ik bij hun vakantie. Zij gaan verder en ik ga Fumel bezoeken. Ik heb ze niet weer gezien.
Fumel is een beetje een aardig stadje met wat winkels, een paar pleintjes waar een rommelmarkt wordt gehouden en er is een kasteel, dat dienst doet als gemeentehuis. Er is een prachtige tuin bij met een schitterend uitzicht over de Lot. Zeker een bezoekje waard.






Dan de helling weer af en nog naar de supermarkt aan de andere kant van de rivier.
Ook heb ik het fietspad nog eens heen en terug gereden voor de navigatietekst en de lengte.
Dan terug naar mijn tent. Nu ben ik er de enige fietsende kampeerder.


22 juli Condat/Fumel
Het heeft vannacht weer flink gedauwd. Dus leg ik de tent eerst maar eens in de zon. Ondertussen doe ik alle zaken die bij het opstaan en vertrekken horen. Zo kom ik op deze zonnige zondag mooi op tijd op pad. De reis van vandaag is niet zo lang. Het gaat naar Cahors.
Bij Touzac steek ik de Lot over. Hier maak ik enkele foto's.


Aan de ene kant is een stuw of waterkrachtcentrale. Wat op valt, is het groene van de kanten. Ook is er een merkwaardige brug. Je kunt er niet over fietsen. De brug bestaat uit lange metalen platen in de rijrichting. Met gleuven ertussen, zodat je wielen in die richels komen en 'plop' je ligt op de grond. Dus erover lopen. Er staat een bordje bij, dat fietsers dienen te lopen. Het is ook nog eens een smalle brug. En vanmorgen met de auto's is het best druk.
Verder door Touzac en langs Puy l'Eveque. Hier wil ik foto's maken, maar het ziet er niet echt mooi uit. Dus weer verder. Bij Luzech aangekomen ziet het er heel anders uit vanuit deze richting. Dus nog maar eens een paar foto's gemaakt.


Nu valt me ook op, dat er allerlei winkels zijn. Het is zondag en de bakker is al gesloten. Dus iets lekkers zit er nu niet in. Op de heenweg stonden hier allemaal oude brandweerauto's te pronken. Zodoende had ik geen winkels gezien.
Dan volgt een deel klimmen en dalen en steeds de waarschuwing, dat verderop de weg is versperd. Dat was op de heenweg ook al zo. Maar toen kon ik er wel langs. Ik gok erop, dat het nu ook kan.
Bij Pradines is het raak. De weg is over een groot deel opgebroken om vernieuwd te worden. Stoplichten regelen het verkeer. Ik kan er best langs. Het laatste stuk ga ik over de stoep, die al vernieuwd is. Zo kom ik in Cahors. Hier neus ik wat rond bij de Pont Valentré, zoek nog eens de wegen, zoals die in het boekje staan. En neem ze op met mijn gps. 


Op de brug hangt er opeens een wesp aan mijn arm. Prik, jeuk, maar het valt mee.  Een meneer wijst me op het duiveltje dat boven aan de middelste toren hangt.










Dan ga ik richting kerk en bekijk die van binnen. Een heel merkwaardig gebouw. Het heeft twee koepels. De ene is beschilderd en verlicht. Er is een stenen preekstoel  en een aantal kapellen, die nogal vol staan. De kerk ligt ook veel lager dan de stad. Vooral onder het orgel vallen de trappen op, die naar de hoofdingang leiden. Er is ook een kloosteromgang, maar de deur zit dicht. Die laat ik dus even zitten.








Uiteindelijk ga ik naar de camping. Daar ben ik de eerste fietskampeerder. Ze hebben er een speciaal veld voor fietsers en wandelaars, die alleen of met z'n tweeën komen. Een terreintje, dat vroeger een groot veld was, is in twaalf veldjes verdeeld en zo heb je een aantal kleine plekken met struiken eromheen. En de prijs is er naar, goede prijs voor een goede plek.
Vanwege de hitte en de dorst, koop ik op de camping een fles koud water en een hele grote ijs. En een blikje bier, dat ik te snel opdrink met het te verwachten effect.
De rest van de dag gaat heen met kleren wassen en uitrusten. Er komen meer fietsers. Ook mensen, die ik al eerder heb gezien.


23 juli Cahors
Maandag met een nieuwe start. Nu naar het oosten zoals vorig jaar. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik op het juiste punt beslis of ik door het dal van de rivier de Célé ga of de hoofdroute volg om in Figeac te komen.  In de klim naar Vers haal ik een fietser als ik in. De man blijkt de Oude Wegen te doen en is op de terugreis naar zijn auto. We stoppen tegelijk als op de top het dal van de Lot zich opent en er een prachtig vergezicht zich aandient.
We trappen weer verder, soms naast elkaar, dan weer apart. Bij Vers gaat hij naar het noorden en ik naar Bouziès.





Daar ga ik eerst over het smalle brugje en in een winkeltje koop ik water en een blikje ice tea. Dan terug naar de brug. Want ik ga door het dal van de Célé naar Figeac. Het is nog even de vraag of ik dat in een keer doe, of er een nachtje kamperen tussen doe. Ik laat het afhangen van de winkels en of ik gas kan kopen.
Bij Cabrerets is een picknickveld. Hier ga ik lunchen. Een camperrijder vraagt wat ik doe en geeft me de complimenten voor mijn fietsactiviteit. Na wat foto's trap ik verder.






Deze weg is nagenoeg vlak. Dat maakt het prettig rijden ondanks de hitte. Er zijn geen winkels open op maandag en ik rijd dus steeds verder.
In Marcilhac is er pauze. Op een terras bestel ik ijs, en water en wat lekkers. Dan worden mijn bidons nog gevuld en ga ik weer verder.
Ik heb bij het begin van dit routealternatief een truc toegepast, die werkt: vanaf Cahors had ik al dertig kilometer gefietst. Op het punt van de start van het deel langs de rivier de Célé heb ik de kilometerteller weer op nul gezet. Dan klopt de telling weer met de beschrijving van dit deel van de route. Het effect is, dat het net lijkt of ik  net ben gestart. De hele rit van vandaag is negentig kilometer, maar door weer bij nul te beginnen, lijkt het korter.
Later is er nog eens een koffiemoment en dan komt het laatste stuk. Uiteindelijk gaat de inspanning tellen en word ik toch moe.


Om Figeac te bereiken moet er wel weer geklommen worden, maar niet zo heftig. Dan langs een wat grotere weg naar deze plaats en naar de camping. Ze hebben ook hier weer een fietstarief en plekken voor fietsers. Deze zijn wel heel groot. Er staan meer mensen van mijn activiteit. We wisselen ervaringen uit en dat de gebruikelijke zaken van deze dag. De buren willen wel koffie of een wijntje met me drinken, maar daar is geen tijd meer voor. Om negen uur ben ik klaar met eten en afwassen. Dan nog douchen en gauw naar bed. Ik ben goed moe. En als ik goed moe ben, heb ik 's nachts last van kramp. Zo ook deze nacht. Maar na een stuk banaan is het weer over.


24 juli Figeac
De volgende morgen zal ik weer verder gaan. Ik wil nog tot Banhars. Daar is een leuke camping. En het stuk tussen St. Parthem en Entraygues heb ik vorig jaar niet gedaan wegens wegwerkzaamheden.
Mijn overburen blijven vandaag hier. Het zal een snikhete dag worden.
Ik verlaat op een nette tijd de camping en kan gelijk linksaf de route vervolgen. Het gaat pittig omhoog. En als ik deze kleine weg kwijt ben, blijkt de volgende weg ook nog een lange klim te zijn.
Zo zwoeg ik verder omhoog. Bovenaan is er een geweldig uitzicht en ik zoef naar beneden, 50 km/u. Zo hard ga ik niet vaak. Na de zoveelste bocht stap ik af en kijk eens hoe het terug gaat. Daar zitten nogal wat forse klimmen in. Ga ik dat doen bij deze hittegolf? Het antwoord luidt: nee.
Ik heb anderhalf uur gereden en ben er zat van met deze hitte. Het voelt niet gezond om verder te gaan en morgen is het net zo warm en daarna ook nog. Dus.
Ik keer om en ga weer terug. Eerst kom ik langs een kapelletje met een bankje en een watertappunt. Op de heenweg zaten hier pelgrims te rusten en te eten. Nu ga ik er mijn middageten nuttigen. En ik bel naar huis om te melden dat ik niet verder ga. Het is inmiddels tegen een uur en ik zoef en klim weer terug naar de camping. Ik kan op dezelfde plek mijn tent weer opzetten. Nu heb ik alle tijd om het stadje te bezichtigen.




En dat is best de moeite waard. Er staan veel mooie, oude en rijke huizen met boven vaak een balkon of loggia. Heel speciaal. Ook zoek ik nog weer even uit hoe mijn routewijziging er precies uit gaat zien.  De dag gaat heen met de gebruikelijke zaken.


25 juli Figeac
Voordat ik vertrek, haal ik het bestelde brood op en ga nog eens door de stad en een supermarkt.
Vandaag ga ik langs de weg terug zoals ik vorig jaar heen ging.
De eerste stop is in Faycelles. Dat ligt niet aan de route, Je moet er even driehonderd meter vanaf. Maar het is wel de moeite waard.






Het dorp is gerestaureerd en opgeknapt. Een paar huizen moeten nog. Langs de kerk en het gemeentehuis kom je bij een restaurant, waar je ook brood en andere lekkernijen kunt kopen. Ik bestel er koffie met een chocoladebroodje en een croissant. De koffie gaat met : petit ou normal. Ik zeg: normal, maar krijg nog een heel klein kopje. Dat smaakt naar meer en ik vraag er nog een. Maar dan groter. De baas vraagt: un American. Ja , dat lijkt me wel. Het kopje is veel groter en de koffie dunner. Maar zo gaat het prima en ik krijg er nog koud water bij. Dat is hier gebruikelijk. Na deze rustpauze ga ik verder en zie op deze terugweg het dorp nog eens op de heuvel liggen. Dat valt niet op als je naar het oosten rijdt.
Bij Larroque-Toirac is een kasteel tegen de rotsen te zien.
Steeds verbaas ik me er weer over, dat men in vroeger tijden op zulke onmogelijke plekken kastelen bouwde. Dat moet toch een enorm zwaar werk zijn geweest!.
Al vrij vroeg in de middag bereik ik Cajarc. De plek voor de volgende kampeernacht. Ook hier heb ik weer alle tijd om het stadje te bekijken. Het oude centrum is een wirwar van huizen, die kriskras door elkaar en bij elkaar zijn gebouwd. Er tussen door lopen de straatjes die alleen voor wandelaars en fietsers begaanbaar zijn.. Ze zijn vrijwel allemaal te smal voor een auto.


Op de camping bestel ik een smoothie. Je kunt kiezen uit twee vruchten en een kruid. Ik doe sinaasappel en kiwi met munt. En dat is een speciaal lekkere combi. De uitbaatster van de camping heeft het ook even geproefd en prijst mijn keuze. Erg lekker en gezond, allemaal vitamines, zegt ze.
Later komt er nog een stel kampeerders, die ik al gesproken heb onderweg en op een andere camping. Zij zijn de zoveelste fietsers op de MiddenFrankrijkRoute.
Wat mij van al die fietsers opvalt, dat bijna niemand eten kookt voor het diner. Ze gaan allemaal uit eten. En dat scheelt wel een hoop bagage en gewicht.
's Avonds is er een voorstelling van meer dan een uur, waarbij iemand een betoog houdt over de voorloper van de bewegende film. Een heel serieus verhaal met een heel interessante kar erbij, die er alleen voor de show staat, cinematografie staat erop. Een merkwaardig gebeuren.
Bedtijd, rusttijd.


26 juli Cajarc
Dan is er even een probleempje. Ik ga pas zaterdag 28 juli weer naar huis. Dat betekent nog twee dagen om te fietsen, maar de afstand naar Cahors, het eindpunt, is in een dag makkelijk te bereiken.
Mijn eerste idee is om in St Géry te kamperen. Dat is ruim twintig kilometer vanaf Cajarc.
Dus ga ik met die gedachte op weg. Mijn buren zijn al weg, maar ik haal ze later weer in.
Nu wil ik St.Cirq -Lapopie wel eens bekijken. Het heet het mooiste dorp van Frankrijk te zijn, maar dat zegt men van meer dorpen op een rotsige helling.




Als ik de keuze heb tussen klimmen naar St. Cirq en de weg , chemin de Halage, langs de Lot, kies ik toch voor het gemakkelijke. Want vanaf deze weg kun je het dorpje prima zien liggen, fotograferen en een idee krijgen hoe het er uitzien.
De weg is een mooie vlakke weg. Ik kom langs een sluis en later nog eens. De tweede heeft nog wat te doen ook voor de rondvaartboot. Voor het begin van deze weg is er nog een plek om te picknicken. Er staan veel auto's. Het is een druk bezochte plek, dichtbij de camping.
Het rijden langs de Lot is hier plezierig. In mijn herinnering was deze weg alleen maar lastig rotswerk, waar gelopen diende te worden vorig jaar. Maar het blijkt een lange asfaltweg te zijn met een klein stuk als wandeling over rotsen en onder de rotsen. Vorig jaar was ik de enige. Nu zijn er veel mensen op dit pad.
Uiteindelijk kom ik weer bij Bouziès op de gewone weg. Ik ga weer over de smalle brug, wat deze keer een hele kunst is, want het verkeer van de andere kant heeft steeds voorrang. En het is een heel eind om er over te komen. Maar het lukt met wat brutaal zijn.
Dan is het de vraag of ik in St. Géry op de camping zal blijven. Maar de camping is helemaal leeg, dus niet erg aantrekkelijk om daar alleen te gaan staan als het nog maar half een in de middag is.
Ik ga maar verder. Bij het restaurant in het dorp zie ik mijn buren weer. Nu ben ik ze voor. Eerst waren zij mij voor.
In het volgende dorp, Vers, stop ik. Hier is ook een camping, en op een bord staat: snelbuffet. Eens kijken wat dat is. Ze leveren allerlei salades en warme maaltijden. Ik bestel een salade. Die gaat in een bak, water en drinken erbij en dan naar een bankje om het op te eten. Je kunt ook gebruik maken van het terras, maar daar heb ik geen zin in. Het bankje is op een plein, waar weer andere fietskampeerders zitten te rusten. Zij rijden  Langs Oude Wegen.


Na een heerlijke maaltijd en rustpauze, ga ik verder. Er moet naar Arcambal nog wel geklommen worden. En de temperatuur maakt het pittig. Maar na elke klim komt ook weer een afdaling.
Ik nader Cahors en onderzoek hier nog een route variant, die me niet zo begaanbaar lijkt. En dat klopt ook wel. Later blijkt, dat Oude Wegen mijn voorstel doet. Die komt dus in het volgende boekje te staan.
Zo bereik ik de camping weer en mag ik op hetzelfde plekje gaan staan als de vorige week.
Het is er niet zo druk als toen. Uiteindelijk ben ik er en het stel dat ik inhaalde en andersom, een wandelaar, een jongedame en later nog een stel.
De jongedame levert me nog de route tekst  van het stuk wat ik onderzocht.
Op deze camping ontmoette ik ook nog een fietser die het leuk vond, dat hij de routebeheerder van de route tegenkwam: "de route wordt dus echt door de mensen van de routeboekjes gefietst". Hij vond het prettig en waardeerde het, dat zoiets gebeurt.




27 juli Cahors
Vandaag ga ik nog eens de routedelen, die aandacht vragen, fietsen. En daarna wandel en fiets ik uitgebreid door Cahors. Een heel mooie stad, vooral het oude centrum met zijn smalle straten en oude huizen. Er is veel te zien. Ook ga ik nog eens naar de kerk en bekijk die, nu ook de kloosteromgang, cloître, in het Frans. Het is allemaal best indrukwekkend. Cahors blijkt een heel oude stad te zijn, dat een vaste halteplaats was en is voor pelgrims om weg naar Santiago de Compostella. Hier een selectie van de foto's die ik er heb gemaakt:
 Rest van de noordelijke stadsmuur en poort
 Huizen in het centrum




 De kerk van binnen en buiten




 De kloostergalerij






De stad naast het middeleeuwse centrum




28 juli Cahors
Vannacht en vanmorgen heeft het geregend. Dus een natte tent. Deze keer geen probleem, want hij kan de hele dag drogen. Ook vandaag ga ik nog eens in Cahors neuzen. Ik kom de jongedame nog weer tegen. Zij doet hetzelfde. Op de foto's zie je hoe de stad er uitziet.  Naast het oude gedeelte is er een veel weidser gebouwd nieuwer deel. Dit heeft meer het idee van de Franse steden.
Terug op de camping is er een nieuwe gast bijgekomen. Ook die is hier aan het eind van zijn reis. Maar hij gaat met de trein naar België.
Dan begint het klaarmaken voor de terugreis en het wachten. 
Mijn plan is : eten, wassen, inpakken en de camping verlaten. Maar dan komt er opeens een heel donkere lucht opzetten. Ik wil geen natte spullen, dus snel tent afbreken, alles in de tassen en dan is de donkere lucht verdwenen. Snelheid dus niet nodig. Na het eten wil ik gaan douchen en scheren. Weer een donkere lucht. Weer verder alles in de tassen, wat ik er weer uitgehaald had. En weer voor niets.
Om half negen 's avonds ben ik reisklaar. Eigenlijk is het nog veel te vroeg om naar de opstapplek te gaan. Dat is nog geen vijf minuten fietsen. En ik hoef er pas over een uur te zijn. Maar ja, er is niets meer te doen hier. Dus ga ik maar. Ik parkeer mijn fiets en mijn tassen, waar ik de heenreis ben uitgestapt. Zelf ga ik in het bushokje zitten. Daar is een bankje.
Na een poosje komt er een camper met een fiets achterop. Er is een dame, die daarbij hoort en ook met de bus meegaat. Er is een probleem met haar fiets, het stuur kan niet gedraaid. Dit geeft een hoop tijdverdrijf, omdat we het toch willen proberen. Ook de lowriders moeten eraf. Ik help erbij.
 Mijn vuile handen kan ik wassen onder de kraan in de camper, de eerste keer dat ik in een camper sta, die gewoon in gebruik is.
Ook komen er nog twee passagiers, die de heenreis er ook waren. Een half uur te laat komt de bus. Bij het inladen loopt mijn fiets een paar schrammetjes op, omdat de ene chauffeur iets wil wat niet past. Als de andere chauffeur zegt, dat hij ermee moet stoppen, wordt mijn fiets op een goede plek gestald. Dan de tocht naar Souillac en naar Nederland.
Daar komen we 's middags om één uur aan en mijn vrouw staat me al op te wachten. Zo komt er een eind aan een mooie tocht als routebeheerder van de MiddenFrankrijkRoute. Nu ben ik bekend met deze route vanaf Bordeaux tot Chatonnay . Het deel tot Geneve moet nog.


Het verslag van de reis vanaf Cahors naar het oosten, richting Genève, staat in het verslag van 2017.